DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0303
291
van den Queeckborne. Van Mander deelt ons over hem
anders niets mede, dan dat hij was een « goet landtschap-
schiider, woonendeby de Beurs, en was den vader van Meester
Daniël, schilder van zijne Excellentie in den Haghe. » Wij
hadden het genoegen meer bijzonderheden over dezen kunste-
naar te ontdekken, en oordeelen het van belang, die hier te
doen kennen.
Christiaan van den Queeckborne behoorde tot eene oude
Antwerpsche schildersfamilie. Zijn grootvader, evenals hij
Christiaan van den Queeckborne geheeten, werd ten jare
1480 reeds vrijmeester-schilder onzer Sint Lucasgilde. De
jonge Christiaan was zoon van den schilder Jan van den
Queeckborne, en kwam terwTereld omstreeks 1515. Zijne ouders
kochten op 29 Juli 1627 het huis « Cranenborch, » 1 op de
Veemarkt (nummer 5), en daar werd onze jongen, met zijnen
ouderen broeder Adriaan, ook tot kunstenaar opgevoed. Na
zijne studiën te hebben voltrokken, moet hij nog eene reis in
het buitenland hebben gedaan. Zijn broeder Adriaan werd
reeds in 1533 als vrij schilder onzer Sint Lucasgilde aanvaard,
en met Christiaan gebeurde dit eerst ten jare 1545. Van dan af
tot 1277 ontving hij verscheidene leerlingen, waaronder de ver-
maard geworden Brusselaar Adriaan de Weerdt, de uitstekende
landschapschilder Jacob Grimer, en Denijs Calvaert, die in
den vreemde beroemd werd. Meester van den Queeckborne
werd ten jare 1551 tot Deken der kunstenaarsgilde verkozen
en in i55j bekleedde hij nogmaals dit eereambt. Hij was
bijzonder bevriend met zijnen kunstmakker Antoon van
Palermo. Te zamen kochten zij op 6 Mei i562 drie huizen
1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 1527, sub Keyser § Rijt, fol. 380v°.
van den Queeckborne. Van Mander deelt ons over hem
anders niets mede, dan dat hij was een « goet landtschap-
schiider, woonendeby de Beurs, en was den vader van Meester
Daniël, schilder van zijne Excellentie in den Haghe. » Wij
hadden het genoegen meer bijzonderheden over dezen kunste-
naar te ontdekken, en oordeelen het van belang, die hier te
doen kennen.
Christiaan van den Queeckborne behoorde tot eene oude
Antwerpsche schildersfamilie. Zijn grootvader, evenals hij
Christiaan van den Queeckborne geheeten, werd ten jare
1480 reeds vrijmeester-schilder onzer Sint Lucasgilde. De
jonge Christiaan was zoon van den schilder Jan van den
Queeckborne, en kwam terwTereld omstreeks 1515. Zijne ouders
kochten op 29 Juli 1627 het huis « Cranenborch, » 1 op de
Veemarkt (nummer 5), en daar werd onze jongen, met zijnen
ouderen broeder Adriaan, ook tot kunstenaar opgevoed. Na
zijne studiën te hebben voltrokken, moet hij nog eene reis in
het buitenland hebben gedaan. Zijn broeder Adriaan werd
reeds in 1533 als vrij schilder onzer Sint Lucasgilde aanvaard,
en met Christiaan gebeurde dit eerst ten jare 1545. Van dan af
tot 1277 ontving hij verscheidene leerlingen, waaronder de ver-
maard geworden Brusselaar Adriaan de Weerdt, de uitstekende
landschapschilder Jacob Grimer, en Denijs Calvaert, die in
den vreemde beroemd werd. Meester van den Queeckborne
werd ten jare 1551 tot Deken der kunstenaarsgilde verkozen
en in i55j bekleedde hij nogmaals dit eereambt. Hij was
bijzonder bevriend met zijnen kunstmakker Antoon van
Palermo. Te zamen kochten zij op 6 Mei i562 drie huizen
1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 1527, sub Keyser § Rijt, fol. 380v°.