Van den Branden, Frans Jozef Peter: Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool (Antwerpen, 1883)

296

Mar ten van Cleve

broeder Hendrik, van Jacob Grimer en van Gillis van
Conincxloo. Toch werkte hij ook afzonderlijk, en dat wel
in twee vakken, de gewijde geschiedenis en de volkszeden-
schildering. In Antwerpsche sterfhuizender jaren 1574, 1614,
1619, 1628, 1642, i652, 1668 en 1669 vonden wij vermeld :
« Een Sint Janspredicatie, op paneel, van Merten van
Cleve; Ses stucken schilderije, op panneel, olieverve, in
gestoffeerde lijsten, van de Tweelf Maenden des Jaers,
gedaen bij Merten van Cleve; een schilderije, Voesterheer,
gedaan bij Marten van Cleve ; een stuck van Marten van
Cleeff, lanck ende smal, zijnde de Historie van Susanna;
een schilderije, Boer ende Boerinne, van Marten van
Cleve; een cleyn stucksken, daer de Castaenen uyt het
Vier worden gelangt, van Marten van Cleve ; een
Afbrekinge van 't Gasteel deser stadt van Ant-
werpen, gemaeckt van Marten van Cleve; een Coninck-
drinck, 'van Marten van Cleve ; eene Boer enbr uyt, die
slapen gaet, van Marten van Cleef ; de Vijf sinnen,
geschildert door Marten van C leeft en een Sint Mar'tens-
vier, naer Marten van Cleeff. »

Wat er van al deze eigenaardige tafereelen gewerd, is nu
een raadsel; want men wist niet eens meer, dat zij ooit hadden
bestaan. Nu wij hunne titels hebben doen kennen, is het
te hopen, dat er nog eenige van worden ontdekt en terug-
gebracht op den naam van hunnen waren vervaardiger, die
al te lang vergeten bleef. Wat deze roemherstelling kan ver-
gemakkelijken, is een Binnen zicht, in het museum van
Weenen, het eenigste tafereel, dat nog op den naam van
Marten van Cleve is bewaard gebleven,

' Drie-Koningenfeest.