Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0400

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
388

Hij sterft verlaten

proza, en hij schonk aan deze tooneel-afdeeling der Sint Lu-
casgilde de volledige kostumcn voor twee flambeeuwdragers.
Zijne tweede gade moet hem eenen zekeren bruidschat hebben
bijgebracht ; want reeds op 2 September 1598 kocht hij en
zijne Esther het toen reeds door hem bewoonde huis « het
Keizershoofd. » ' Onze meester maakte in dit huis, op 27 No-
vember 1612, testament met zijne' kranke gade. Toen zij
eenige dagen later overleden was, bracht het noodlot hem
nog herhaalde malen harde slagen toe. Zijn eerstgeborene,
Cornelis, werd op 2 Maart 1614 ten grave geleid. Zijn .zoon
Willem, dien hij tot kunstschilder vormde, vertrok op 24 Au-
gustus 1615 naar Parijs en keerde slechts weer, om in 1619
voor lange jaren naar Italië te trekken. Het volgende jaar
werd zijne dochter Suzanna de echtgenoote zijns gewezen
leerlings Adriaan Daep, 2 en zij stierf drie jaren later. Zijne
dochter Maria verliet hem, om te Lier de huisvrouw te worden
van den schoolmeester Hendrik de Poorter; en, tot overmaat
van ramp, ging zijn jongste zoon Peter zich voorgoed te Gent
vestigen. Die eenzaamheid in zijnen ouden dag ontmoedigde
den grijzen kunstenaar dusdanig, dat hij niet lang in staat was,
de ellende vanonder zijn dak verwijderd te houden. Hij bleef,
wel is waar, nog altoos in zijnen eenigen eigendom wonen ;

1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, i598, sub Kieffelt § Boghe, vol. II,
fol. 167 en Wijkboeken der stad Antwerpen, vol. XIII, fol. 185.

- Adriaan Daep, zoon van Michiel en Petronella Wijngaerts, was in 1600 leerling van
Tobiasvan Haecht geworden. Ten jare 1611 werd hij vrijmeester onzer Sint Lucasgilde en
hij schilderde landschappen. Hij huwde op 31 Juni 1614 Maria Bruydegom, en op 23 Au-
gustus 1620 de dochter zijns meesters, Suzanna van Haecht, welke hem drie kinderen
schonk. Alhoewel hij slechts éen dochterken, Barbara, in het leven hield, verkeerde hij
na de dood zijner gade, Suzanna van Haecht, in groote armoede. Hij stierf van de pest een
paar dagen vóór Kersmis 1632. Al zijne meubelen brachten slechts 17 gulden op en zijn
bed werd aangeslagen door den onbetaalden huisbaas, terwijl er nog 222 gulden 8 stuivers
schuld bleef.
 
Annotationen