DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0493
Men heet hem « een seer fameus Meester » 481
Vischvangst, terwijl er in het Brusselsche museum nog eene
zijner allegorieën prijkt : het Geloof en de Hoop den
Ouderdom ondersteunende.De buitenlandsche museums
bevatten insgelijks van onzen meester nog verscheidene wer-
ken, welke hem recht geven op eene eerste plaats tusschen
onze historieschilders. Janssens' tijdgenooten hadden even
hoogen dunk van hunnen kunstmakker. Op verzoek van
het Magistraat van Herenthals getuigden, op 22 December
1643, twee Antwerpsche schilders, Jacob Spaeingaert, Deken
van Sint Lucas, en Abraham de Heyde, dat eene schilderij
op doek, « wesende eene Cruysinge van Ons Lieven
Heere, door de eyghene handt van Abraham Janssens »
was gemaald. Zij noemden hem - een seer fameus meester
ende schilder » en verklaarden tevens, dat hij het gewrocht
over zeventien jaren vervaardigd en verkocht had voor 1,000
gulden. 1
Ons Magistraat benoemde den uitstekenden kunstenaar
op 23 September 1606 tot Deken der Schilders-Kamer, en hij
ontving verscheidene leerlingen, waart usschen Steven Wils
zich het meest onderscheidde.
Abraham Janssens huwde den in Mei 1602 Sara Goet-
kint, dochter van Peter Goetkint en Gatharina van Palermo.
Dit huwelijk werd gezegend met acht kinderen. De eerstge-
borene was een zoon en hij had, op 7 Januari i6o3, Assuërus
Boon, den stiefvader van onzen schilder, tot peter. Een andere
zijner zonen, op 23 November 1616. Abraham gedoopt, werd
in 1636 vrijmeester-schilder en later ook koopman in schilde-
rijen. Deze optreding van zijnen zoon als kunstenaar mocht
Abraham Janssens echter niet meer beleven. Reeds den
1 Protocollen van den notaris Frans van den Berqhe, 1639-57.
3i
Vischvangst, terwijl er in het Brusselsche museum nog eene
zijner allegorieën prijkt : het Geloof en de Hoop den
Ouderdom ondersteunende.De buitenlandsche museums
bevatten insgelijks van onzen meester nog verscheidene wer-
ken, welke hem recht geven op eene eerste plaats tusschen
onze historieschilders. Janssens' tijdgenooten hadden even
hoogen dunk van hunnen kunstmakker. Op verzoek van
het Magistraat van Herenthals getuigden, op 22 December
1643, twee Antwerpsche schilders, Jacob Spaeingaert, Deken
van Sint Lucas, en Abraham de Heyde, dat eene schilderij
op doek, « wesende eene Cruysinge van Ons Lieven
Heere, door de eyghene handt van Abraham Janssens »
was gemaald. Zij noemden hem - een seer fameus meester
ende schilder » en verklaarden tevens, dat hij het gewrocht
over zeventien jaren vervaardigd en verkocht had voor 1,000
gulden. 1
Ons Magistraat benoemde den uitstekenden kunstenaar
op 23 September 1606 tot Deken der Schilders-Kamer, en hij
ontving verscheidene leerlingen, waart usschen Steven Wils
zich het meest onderscheidde.
Abraham Janssens huwde den in Mei 1602 Sara Goet-
kint, dochter van Peter Goetkint en Gatharina van Palermo.
Dit huwelijk werd gezegend met acht kinderen. De eerstge-
borene was een zoon en hij had, op 7 Januari i6o3, Assuërus
Boon, den stiefvader van onzen schilder, tot peter. Een andere
zijner zonen, op 23 November 1616. Abraham gedoopt, werd
in 1636 vrijmeester-schilder en later ook koopman in schilde-
rijen. Deze optreding van zijnen zoon als kunstenaar mocht
Abraham Janssens echter niet meer beleven. Reeds den
1 Protocollen van den notaris Frans van den Berqhe, 1639-57.
3i