Wilhelm von Ehrenberg
dat hij een tafereel van Raphaël in gemeenschap bezat met
zijnen kunstmakker Peter Spierinckx; doch dat deze van hem
twee zijner eigenhandige schilderijen de Fabel van Dolus
en eene Onze-Lieve-Vrou w met het Kindeken,
Sint Joseph en Sint Jan met Engeltjes, in bewaring
had. Biset's tweede gade was toen gestorven. In zijn ziekbed
verliefde de vijftigjarige weduwenaar op zijne dienstmeid,
Joanna van de Velde, welke hij op 12 December 1682 huwde,
en die hem reeds op 5 Juli 1683 eene dochter Catharina,
en op 14 September 1686, eenen zoon Jan Karei schonk.
Met deze gade volhardde Biset in zijne luie en wellus-
tige wijze van leven. Zijn huis met fruithof werd overbelast
en op 1 Februari 1686 gerechtelijk verkocht. Den gn October
1691 schreef de verarmde schilder met zijnen zoon Jan Bap-
tist een vertoog aan het Antwerpsch Magistraat, om in het
bezit te komen van 47 gulden i3 stuivers, welke de Ambtman
van den gerechtelijken verkoop des eigendoms had overge-
houden. Deze geringe som kon alleen den zoon als moeder-
lijke erfenis worden afgeteld, en de vader schijnt korts nadien
binnen Breda in armoede te zijn gestorven. Ook Jan Baptist
Biset onderscheidde zich als portretschilder te Breda, 's Her-
togenbosch, den Haag en Delft. Ten jare 1727 bewoonde hij
Zeeland en in 1732 kocht hij zijn vrijmeesterschap bij de Ant-
werpsche Schilders-Kamer.
Biset's gemelde medewerker Wilhelm von Ehrenberg,
was, zooals zijn naam het getuigt, ook een vreemde meester.
Het blijkt uit onze nasporingen, dat al het over hem gedrukte
verkeerd is. Volgens zijne eigene verklaring, zag hij het levens-
licht ten jare 1637, en wel in Duitschland; want hij noemde
zich ook Wilhelm Schubert von Ehrenberg. In den zomer
dat hij een tafereel van Raphaël in gemeenschap bezat met
zijnen kunstmakker Peter Spierinckx; doch dat deze van hem
twee zijner eigenhandige schilderijen de Fabel van Dolus
en eene Onze-Lieve-Vrou w met het Kindeken,
Sint Joseph en Sint Jan met Engeltjes, in bewaring
had. Biset's tweede gade was toen gestorven. In zijn ziekbed
verliefde de vijftigjarige weduwenaar op zijne dienstmeid,
Joanna van de Velde, welke hij op 12 December 1682 huwde,
en die hem reeds op 5 Juli 1683 eene dochter Catharina,
en op 14 September 1686, eenen zoon Jan Karei schonk.
Met deze gade volhardde Biset in zijne luie en wellus-
tige wijze van leven. Zijn huis met fruithof werd overbelast
en op 1 Februari 1686 gerechtelijk verkocht. Den gn October
1691 schreef de verarmde schilder met zijnen zoon Jan Bap-
tist een vertoog aan het Antwerpsch Magistraat, om in het
bezit te komen van 47 gulden i3 stuivers, welke de Ambtman
van den gerechtelijken verkoop des eigendoms had overge-
houden. Deze geringe som kon alleen den zoon als moeder-
lijke erfenis worden afgeteld, en de vader schijnt korts nadien
binnen Breda in armoede te zijn gestorven. Ook Jan Baptist
Biset onderscheidde zich als portretschilder te Breda, 's Her-
togenbosch, den Haag en Delft. Ten jare 1727 bewoonde hij
Zeeland en in 1732 kocht hij zijn vrijmeesterschap bij de Ant-
werpsche Schilders-Kamer.
Biset's gemelde medewerker Wilhelm von Ehrenberg,
was, zooals zijn naam het getuigt, ook een vreemde meester.
Het blijkt uit onze nasporingen, dat al het over hem gedrukte
verkeerd is. Volgens zijne eigene verklaring, zag hij het levens-
licht ten jare 1637, en wel in Duitschland; want hij noemde
zich ook Wilhelm Schubert von Ehrenberg. In den zomer