DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0928
Willem van Herp
Zijn vader, die handelaar in schilderijen was, wekte in hem
den lust op tot het beoefenen der schilderkunst, en in den
herfst van 1626 ging de jongen in de leer bij Jan Blanckaert.
Ten jare i63i verwierf hij zijn • vrij meesterschap. Den yn
Februari 1634 schreef « Balthazar van Cortbemde, zoon van
Philips en tCatharina Verluyt, schilder en bij de vier en
twintig jaren oud, » aan ons xMagistraat, dat hij meester was
geworden en oorlof vroeg, om 200 gulden te lichten, die hij
erfde van zijne halve zuster, ten einde dit geld in zijne koop-
manschap van schilderijen te gebruiken. Het verzoek werd
toegestaan en het blijkt dus, dat de zoon, evenals de vader,
kunsthandel dreef. Hij huwde den 2611 Maart 1687, in de
hoofdkerk, Ursula van den Hoecke, welke echter niet recht-
streeks verwant was met onzen schilder Jan van den Hoecke.
Zes kinderen sproten uit dien echt. De vader overleed in i663,
en wel korts vóór 24 December; want op dien dag kwam
Ursula van den Hoecke voor Antwerpens Weesmeesteren
eene voogdijschap afleggen, die wijlen haar man, sedert 26
Juni 1657, op zich had genomen.
De doopakt van Willem van Herp bestaat niet; doch
op 14 Juli 1676 verklaarde hij zelf twee en zestig jaar oud en
ingezeten poorter van Antwerpen te zijn, zoodat hij ten jare
1614 in onze stad werd geboren. In 1626, toen hij slechts
twaalf jaren telde, bood hij zich als leerling aan bij den
schilder Damiaan Wortelmans. Hij studeerde tot zijn drie
en twintigste jaar, eer hij zijne proef tot het bekomen van
zijn meesterschap kon inzenden. De jonge schilder bezat uit-
stekende hoedanigheden. Hij ontwierp heerlijke samenstellin-
gen, met krachtige, goed geteekende figuren, vol uitdrukking
en treffend van houding. Daarbij kleurde hij prachtig, warm
Zijn vader, die handelaar in schilderijen was, wekte in hem
den lust op tot het beoefenen der schilderkunst, en in den
herfst van 1626 ging de jongen in de leer bij Jan Blanckaert.
Ten jare i63i verwierf hij zijn • vrij meesterschap. Den yn
Februari 1634 schreef « Balthazar van Cortbemde, zoon van
Philips en tCatharina Verluyt, schilder en bij de vier en
twintig jaren oud, » aan ons xMagistraat, dat hij meester was
geworden en oorlof vroeg, om 200 gulden te lichten, die hij
erfde van zijne halve zuster, ten einde dit geld in zijne koop-
manschap van schilderijen te gebruiken. Het verzoek werd
toegestaan en het blijkt dus, dat de zoon, evenals de vader,
kunsthandel dreef. Hij huwde den 2611 Maart 1687, in de
hoofdkerk, Ursula van den Hoecke, welke echter niet recht-
streeks verwant was met onzen schilder Jan van den Hoecke.
Zes kinderen sproten uit dien echt. De vader overleed in i663,
en wel korts vóór 24 December; want op dien dag kwam
Ursula van den Hoecke voor Antwerpens Weesmeesteren
eene voogdijschap afleggen, die wijlen haar man, sedert 26
Juni 1657, op zich had genomen.
De doopakt van Willem van Herp bestaat niet; doch
op 14 Juli 1676 verklaarde hij zelf twee en zestig jaar oud en
ingezeten poorter van Antwerpen te zijn, zoodat hij ten jare
1614 in onze stad werd geboren. In 1626, toen hij slechts
twaalf jaren telde, bood hij zich als leerling aan bij den
schilder Damiaan Wortelmans. Hij studeerde tot zijn drie
en twintigste jaar, eer hij zijne proef tot het bekomen van
zijn meesterschap kon inzenden. De jonge schilder bezat uit-
stekende hoedanigheden. Hij ontwierp heerlijke samenstellin-
gen, met krachtige, goed geteekende figuren, vol uitdrukking
en treffend van houding. Daarbij kleurde hij prachtig, warm