1070
Peter van der Willige
Voor de laatste maal ontmoeten wij hem den 14* Juni 1687
als getuige in een geding.
Volgens Cornelis de Bie behandelde Peter van der Wil-
lige met eer de stilleven- en figuurschildering; doch wij
kennen van hem nu nog slechts éen prachtig gekleurd Land-
schap, met boerenhuis en ecne rivier waarop vaartuigen
vlotten, terwijl welgetoetste figuurkens op den voorgrond
treden en in het verschiet zich schilderachtige bouwvallen
en heuvelen verheffen. Dit fraaie paneel, met des kunste-
naars naam onderteekend, is thans in het bezit van den
heer Edmond Geelhand onzer stad. De meester, dien wij
reeds als eenen voornamen kunstwaardeerder leerden kennen,
werd omstreeks 1635 te Bergen-op-Zoom geboren, als zoon
van Jan van der Willige en van Geertruida Pieters. In 1653
kwam hij binnen Antwerpen de schilderkunst leeren bij zij-
nen stadgenoot Thomas Willeboirts. TwTee jaren later werd
hij insgelijks als vrijmeester bij onze Schilders-Kamer opge-
nomen. Den 2Dn Februari 1661 kocht Peter van der Willige
als kunstschilder het Antwerpsche poorterschap, hetwelk zijn
broeder en kunstmakker Jan van der Willige ook verwierf
op 17 November 1662. Beiden woonden en werkten te zamen;
doch Jan liet zich in 1662 op den Liggere, eerst slechts als
leerling van Peter en dan ook als vrijschilder, aanteekenen.
Om van het dekenschap onzer Sint Lucasgilde ontslagen
te blijven, betaalde meester Peter van der Willige, ten jare
1669, bij levenden lijve eene doodschuld van 40 gulden.
Echter was hij nog in verre na niet voornemens zich reeds in
het rijk der dooden te begeven. Den 6n September 1671 trad
hij binnen Antwerpens hoofdkerk voor den altaar met Maria
Hennekin. Vier dochters en een gelijk getal zonen kwamen
Peter van der Willige
Voor de laatste maal ontmoeten wij hem den 14* Juni 1687
als getuige in een geding.
Volgens Cornelis de Bie behandelde Peter van der Wil-
lige met eer de stilleven- en figuurschildering; doch wij
kennen van hem nu nog slechts éen prachtig gekleurd Land-
schap, met boerenhuis en ecne rivier waarop vaartuigen
vlotten, terwijl welgetoetste figuurkens op den voorgrond
treden en in het verschiet zich schilderachtige bouwvallen
en heuvelen verheffen. Dit fraaie paneel, met des kunste-
naars naam onderteekend, is thans in het bezit van den
heer Edmond Geelhand onzer stad. De meester, dien wij
reeds als eenen voornamen kunstwaardeerder leerden kennen,
werd omstreeks 1635 te Bergen-op-Zoom geboren, als zoon
van Jan van der Willige en van Geertruida Pieters. In 1653
kwam hij binnen Antwerpen de schilderkunst leeren bij zij-
nen stadgenoot Thomas Willeboirts. TwTee jaren later werd
hij insgelijks als vrijmeester bij onze Schilders-Kamer opge-
nomen. Den 2Dn Februari 1661 kocht Peter van der Willige
als kunstschilder het Antwerpsche poorterschap, hetwelk zijn
broeder en kunstmakker Jan van der Willige ook verwierf
op 17 November 1662. Beiden woonden en werkten te zamen;
doch Jan liet zich in 1662 op den Liggere, eerst slechts als
leerling van Peter en dan ook als vrijschilder, aanteekenen.
Om van het dekenschap onzer Sint Lucasgilde ontslagen
te blijven, betaalde meester Peter van der Willige, ten jare
1669, bij levenden lijve eene doodschuld van 40 gulden.
Echter was hij nog in verre na niet voornemens zich reeds in
het rijk der dooden te begeven. Den 6n September 1671 trad
hij binnen Antwerpens hoofdkerk voor den altaar met Maria
Hennekin. Vier dochters en een gelijk getal zonen kwamen