Peter Boel
zonen de uitstekende plaatsnijders Corijn en Jan Boel,
welke laatste de vader was van onzen dierenschilder Peter
Boel. Deze werd den 22n October 1622 in onze hoofdkerk ten
doop gedragen. Na zich bij zijnen vader in het teekenen te
hebben geoefend, moet hij bij Fijt de penseelen hebben leeren
behandelen ; want hij schilderde geheel in de manier van
dien meester. In ons museum bezitten wij van hem een doek
Dood Wild, Vogels en Jachtgerief, dat goed getee-
kend, wat somber, maar toch krachtig en warm gekleurd,
fraai verlicht en breed gepenseeld is. Het Gentsche museum
bewaart van Peter Boel ook een doek met Dood Wild in
een Landschap ; maar de voornaamste gewrochten des
meesters bevinden zich in de buitenlandsche museums. In
de galerij Schleissheim hangen van hem Levende en
Doode Vogels, Dood Wild, Vogelen en Fruit, bene-
vens twee stukken met Zeevisschen; te Frankfort : drie
Arenden die om eene doode Ree strijden; te Cas-
sel : een met Keukengerief beladen Ezel en twee
Honden ; te Madrid : Dood Wild bewaakt door
Honden, in een landschap ; te Munchen : Dood Wild
door Honden bewaakt; te Rijsel : twee stukken Dood
Wild, en te Rotterdam : Dood Wild, geteekend : P.Boel.
De meester werd reeds bij zijn optreden in de kunstwe-
reld zeer gewaardeerd. De Bie geeft zijn portret, door Erasm
Quellin geschilderd en door Koenraad Lauwers gegraveerd.
Tevens prijst hij zijn talent in twee bladzijden alexandrijnen.
Daaruit vernemen wij dat Peter Boel Rome en de omlig-
gende steden bezocht. Korts vóór i65o keerde hij in zijne
geboortestad terug. Hij trad dan in den echt met Maria
Blanckaert, dochter van den Antwerpschen schilder Jan
zonen de uitstekende plaatsnijders Corijn en Jan Boel,
welke laatste de vader was van onzen dierenschilder Peter
Boel. Deze werd den 22n October 1622 in onze hoofdkerk ten
doop gedragen. Na zich bij zijnen vader in het teekenen te
hebben geoefend, moet hij bij Fijt de penseelen hebben leeren
behandelen ; want hij schilderde geheel in de manier van
dien meester. In ons museum bezitten wij van hem een doek
Dood Wild, Vogels en Jachtgerief, dat goed getee-
kend, wat somber, maar toch krachtig en warm gekleurd,
fraai verlicht en breed gepenseeld is. Het Gentsche museum
bewaart van Peter Boel ook een doek met Dood Wild in
een Landschap ; maar de voornaamste gewrochten des
meesters bevinden zich in de buitenlandsche museums. In
de galerij Schleissheim hangen van hem Levende en
Doode Vogels, Dood Wild, Vogelen en Fruit, bene-
vens twee stukken met Zeevisschen; te Frankfort : drie
Arenden die om eene doode Ree strijden; te Cas-
sel : een met Keukengerief beladen Ezel en twee
Honden ; te Madrid : Dood Wild bewaakt door
Honden, in een landschap ; te Munchen : Dood Wild
door Honden bewaakt; te Rijsel : twee stukken Dood
Wild, en te Rotterdam : Dood Wild, geteekend : P.Boel.
De meester werd reeds bij zijn optreden in de kunstwe-
reld zeer gewaardeerd. De Bie geeft zijn portret, door Erasm
Quellin geschilderd en door Koenraad Lauwers gegraveerd.
Tevens prijst hij zijn talent in twee bladzijden alexandrijnen.
Daaruit vernemen wij dat Peter Boel Rome en de omlig-
gende steden bezocht. Korts vóór i65o keerde hij in zijne
geboortestad terug. Hij trad dan in den echt met Maria
Blanckaert, dochter van den Antwerpschen schilder Jan