DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1149
De Verbrugghens
hij vrijschilder der Antwerpsche Sint Lucasgilde. Onze
meester schijnt jongman gebleven; want, alhoewel hij in zijne
geboortestad bleef gevestigd, vinden wij daar geene akten,
waaruit blijkt dat hij echtgenoot of vader werd. Den i8n Maart
1679 onderteekende hij, voor eenen Antwerpschen notaris,
eene volmacht, om, in zijnen naam, het sterfhuis zijner moe-
der te laten vereffenen. Daaruit zou men kunnen afleiden,
dat hij in eene andere stad of in het buitenland verblijf koos.
Waar of wanneer hij is gestorven, kan nog niet gezegd worden.
Zijn neef en petekind, Je room Gal le II, die den i3n Sep-
tember 1656 werd geboren, ging ten ja re 1674 de kunst leeren
bij Jan Erasm Quellin. Toen zijn vader, Antoon Galle,
op 5 October 1678 overleed, verwierf hij diens ambt van bode
op Brussel. Niettemin bleef hij zijnen titel van kunstschilder
met fierheid voeren. Hij zal dus naar allen schijn ook de
penseelen hebben blijven behandelen ; doch er kwam geen
zijner gewrochten tot ons, alhoewel hij eerst den 3n Juni 1713
werd begraven, als man van Anna Gatharina Feytens en
vader van dertien kinderen.
In de Liggeren onzer Sint Lucasgilde krioelt het van
beeldhouwers en schilders met naam Verbrugghen ; doch
wij zullen ons thans enkel bezighouden met diegenen der
groote kunstenaarsfamilie, welke schilderijen hebben nage-
laten. Derhalve meiden wij eerst Kaspar Peter Verbrugghen I,
die op 8 September i635 in onze Sint Jacobskerk het doop-
sel ontving. Zijn vader, Kasper Verbrugghen, was een hove-
nier, die op 3o September 1637 het huis « de Blauw Bank, »
in het Hop land, aankocht Tot dien eigendom behoorden ook
i5 roeden hof, waarin onze hovenier, behalve zijne moes-
kruiden, ook allerhande bloemen kweekte. Geen wonder dus,
72
hij vrijschilder der Antwerpsche Sint Lucasgilde. Onze
meester schijnt jongman gebleven; want, alhoewel hij in zijne
geboortestad bleef gevestigd, vinden wij daar geene akten,
waaruit blijkt dat hij echtgenoot of vader werd. Den i8n Maart
1679 onderteekende hij, voor eenen Antwerpschen notaris,
eene volmacht, om, in zijnen naam, het sterfhuis zijner moe-
der te laten vereffenen. Daaruit zou men kunnen afleiden,
dat hij in eene andere stad of in het buitenland verblijf koos.
Waar of wanneer hij is gestorven, kan nog niet gezegd worden.
Zijn neef en petekind, Je room Gal le II, die den i3n Sep-
tember 1656 werd geboren, ging ten ja re 1674 de kunst leeren
bij Jan Erasm Quellin. Toen zijn vader, Antoon Galle,
op 5 October 1678 overleed, verwierf hij diens ambt van bode
op Brussel. Niettemin bleef hij zijnen titel van kunstschilder
met fierheid voeren. Hij zal dus naar allen schijn ook de
penseelen hebben blijven behandelen ; doch er kwam geen
zijner gewrochten tot ons, alhoewel hij eerst den 3n Juni 1713
werd begraven, als man van Anna Gatharina Feytens en
vader van dertien kinderen.
In de Liggeren onzer Sint Lucasgilde krioelt het van
beeldhouwers en schilders met naam Verbrugghen ; doch
wij zullen ons thans enkel bezighouden met diegenen der
groote kunstenaarsfamilie, welke schilderijen hebben nage-
laten. Derhalve meiden wij eerst Kaspar Peter Verbrugghen I,
die op 8 September i635 in onze Sint Jacobskerk het doop-
sel ontving. Zijn vader, Kasper Verbrugghen, was een hove-
nier, die op 3o September 1637 het huis « de Blauw Bank, »
in het Hop land, aankocht Tot dien eigendom behoorden ook
i5 roeden hof, waarin onze hovenier, behalve zijne moes-
kruiden, ook allerhande bloemen kweekte. Geen wonder dus,
72