Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0014

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
2

On^e eerst gekende schilders

hermelijnen almussa op den arm ; en, na dezen, de predikhee-
ren, in witte pij en omhangen met den wijden zwarten man-
tel. Nu stapten in slagorde de schutters, met hunne zware
stalen kruisbogen op den schouder, of den langen esschen
handboog op den arm en den pijlkoker op den rug. De Schou-
tet, al de Wethouders en hunne beambten volgden in tabbaar-
den, en waren vergezeld « met trompen ende geblazen ». De
stadswerklieden, als metsers, timmerlieden, smeden en kas-
seiers, droegen « keerlen » (kielen) en op hun hoofd « ydele
hoykens van wit laken, dat men rood dede verven aen deen
side, ende oock caproenen. »

Daarna werd het Lieve-Vrouwenbeeld gedragen, beurte-
lings door zeven geestelijken, ridders, schepenen, schutters of
ambachtslieden.

Te midden dier bonte, dubbele, onafzienbare root van
lichtdragers, gingen de gemijterde Prelaten en Abten, welke uit
den omtrek en verdere plaatsen door de Stad waren genoodigd,
om den ommegang met hunne tegenwoordigheid te vereeren.
Zij waren trouw vergezeld door knapen, die hun van stads-
wege den - processiewijn - schonken, als zij drinken wilden,
en hunne gouden staven droegen, als die teekenen hunner
macht hen vermoeiden.

De stadsspeellieden en menestreelen, in rood en wit ge-
kleed, speelden op hunne trompen, bongen, pijpen en snaar-
tuigen, ter begeleiding der duizenden stemmen van al de
mannen, vrouwen en knapen, welke in een machtig koor de
lofzangen deden galmen.

Aldus doorkruiste die prachtige stoet Antwerpens straten,
wier grond bestrooid was met wit heizand, plantengroen
en bonte bloemen. De leemen huizen of hardhouten
 
Annotationen