DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0050
38
Val van Brugge
dan in Onser Liever Vrauwenpandt, bij 't Kerckhoff gestaen,
bij de schilders van Brussele ende van Antwerpen, op te
peyne van drien oude scilden, alsoe dicke ende menichwer-
ven dat gebuerde, te verbuerene bij den ghenen die daer
jegens dade, deen derden deel daer af sHeeren behoef ende
dander derdendeel der stadt ende 'tderde derdendeel tot
behoef van Sinte Lucasgulden in de voerschreven steden van
Brussele ende Antwerpen. »
Uit dit plakkaat blijkt tevens klaar, welk slach van kunst-
gewrochten er den liefhebberen werden aangeboden. Alhoewel
er geen enkel van tot ons kwam, zoo mogen wij toch gerust
verklaren, dat zij eene volledige en prachtige tentoonstelling
uitmaakten, welke getuigde van de bedrijvigheid der schilders
en beeldhouwers en van de kunstliefde en den welstand
onzer bevolking.
De Antwerpsche koophandel en de scheepvaart namen
ook immer zoo wonderlijk toe.
De Vlamingen worstelden nog voortdurend met de kracht
der wanhoop tegen het Huis van Burgondië, dat hunne
vrijheidszucht bleef smoren en de uitputting van dit on-
verschrokken volk bewerken. De Bruggelingen meenden
eenen oogenblik zich te kunnen redden uit dien hachelijken
toestand. Zij waren behendig en stout genoeg, om op Maximi-
liaan zei ven de hand te leggen, en hielden hem vier maan-
den gevangen. Ondertusschen sloegen zij, voor zijne oogen,
de hoofden zijner aanhangers af. Die afschuwelijke rechts-
pleging deed den Vorst besluiten tot het teekenen van het
doodvonnis van Brugge. Op 16 Mei 1488 sloot en bezwoer
hij een vredetraktaat ; maar, nauwelijks op vrije voeten en
het gevaar ontkomen, schond hij, als naar gewoonte, zijnen
Val van Brugge
dan in Onser Liever Vrauwenpandt, bij 't Kerckhoff gestaen,
bij de schilders van Brussele ende van Antwerpen, op te
peyne van drien oude scilden, alsoe dicke ende menichwer-
ven dat gebuerde, te verbuerene bij den ghenen die daer
jegens dade, deen derden deel daer af sHeeren behoef ende
dander derdendeel der stadt ende 'tderde derdendeel tot
behoef van Sinte Lucasgulden in de voerschreven steden van
Brussele ende Antwerpen. »
Uit dit plakkaat blijkt tevens klaar, welk slach van kunst-
gewrochten er den liefhebberen werden aangeboden. Alhoewel
er geen enkel van tot ons kwam, zoo mogen wij toch gerust
verklaren, dat zij eene volledige en prachtige tentoonstelling
uitmaakten, welke getuigde van de bedrijvigheid der schilders
en beeldhouwers en van de kunstliefde en den welstand
onzer bevolking.
De Antwerpsche koophandel en de scheepvaart namen
ook immer zoo wonderlijk toe.
De Vlamingen worstelden nog voortdurend met de kracht
der wanhoop tegen het Huis van Burgondië, dat hunne
vrijheidszucht bleef smoren en de uitputting van dit on-
verschrokken volk bewerken. De Bruggelingen meenden
eenen oogenblik zich te kunnen redden uit dien hachelijken
toestand. Zij waren behendig en stout genoeg, om op Maximi-
liaan zei ven de hand te leggen, en hielden hem vier maan-
den gevangen. Ondertusschen sloegen zij, voor zijne oogen,
de hoofden zijner aanhangers af. Die afschuwelijke rechts-
pleging deed den Vorst besluiten tot het teekenen van het
doodvonnis van Brugge. Op 16 Mei 1488 sloot en bezwoer
hij een vredetraktaat ; maar, nauwelijks op vrije voeten en
het gevaar ontkomen, schond hij, als naar gewoonte, zijnen