DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0125
Zijn kroost en eigendom
Joachim de Patinir was die onderscheiding ten volle'
waardig. Hij was het, die een bijzonder vak maakte van
de landschapschildering, welke eerst enkel als bijzaak in de
achtergronden werd toegepast. Wellicht was het zijn vriend
Matsijs, die hem het gedacht ingaf aan dit nieuwe kunstvak
zijne krachten te beproeven. Immers, toen de vernuftige smid-
schilder de geschiedkundige samenstelling van alle nutteloos
bijwerk ontdeed, bereidde hij ook tevens den weg voor het
op-zich-zelfstaande landschap. Voegen wij hier echter bij, dat
de Patinir geboortig was van het stadje Dinant, waar de
landstreek zoo grootsch en schilderachtig is. Wellicht kan de
beschouwing dier heerlijke natuur ook wel aanleiding tot
het scheppen der landschapschildering gegeven hebben.
Wat daar van zij de Patinir verbleef reeds van zijne
jongelingsjaren te Antwerpen. In i5i5 wTerd hij er vrijmeester
der Sint-Lucasgilde, en tevens huwde hij er Francisca Buyst,
dochter van den schilder Eduard Buyst van Dendermonde.
Den 3in Maart i52o kocht hij met deze gade in de Korte
Gasthuisstraat een huis met hof, 1 alwaar hij zijn werkhuis
inrichtte, en zijn gezin vermeerderd werd met twee dochters,
Brigitta en Anna geheeten.
De gewrochten van onzen eersten landschapschilder zijn
thans uiterst zeldzaam geworden. Gelukkiglijk bezit ons
Antwerpsch museum er toch éen van (nummer 64), welks
echtheid niet kan betwist worden. 2 Het is geteekend : Opus.
1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 1519., sub Vaken <$; Keyser, fol. 401 D°.
— Toen Joachim de Patinir dit huis bewoonde, droeg het nog geenen eigentlijken naam.
Onder den lateren eigenaar heette het eerst « de drij Croonen » en vervolgens « de drij
Goningen. y> Thans draagt het nummer 32.
2 In de tafereelen Onze-Lieve-V rouw met het kindeken Jezus en
de Aanbidding der Wijzen van Barend van Orley, nummers 463 en 464 van ons
museum, is het bergachtig en boomrijk verschiet ook door Joachim de Patinir geschil-
8
Joachim de Patinir was die onderscheiding ten volle'
waardig. Hij was het, die een bijzonder vak maakte van
de landschapschildering, welke eerst enkel als bijzaak in de
achtergronden werd toegepast. Wellicht was het zijn vriend
Matsijs, die hem het gedacht ingaf aan dit nieuwe kunstvak
zijne krachten te beproeven. Immers, toen de vernuftige smid-
schilder de geschiedkundige samenstelling van alle nutteloos
bijwerk ontdeed, bereidde hij ook tevens den weg voor het
op-zich-zelfstaande landschap. Voegen wij hier echter bij, dat
de Patinir geboortig was van het stadje Dinant, waar de
landstreek zoo grootsch en schilderachtig is. Wellicht kan de
beschouwing dier heerlijke natuur ook wel aanleiding tot
het scheppen der landschapschildering gegeven hebben.
Wat daar van zij de Patinir verbleef reeds van zijne
jongelingsjaren te Antwerpen. In i5i5 wTerd hij er vrijmeester
der Sint-Lucasgilde, en tevens huwde hij er Francisca Buyst,
dochter van den schilder Eduard Buyst van Dendermonde.
Den 3in Maart i52o kocht hij met deze gade in de Korte
Gasthuisstraat een huis met hof, 1 alwaar hij zijn werkhuis
inrichtte, en zijn gezin vermeerderd werd met twee dochters,
Brigitta en Anna geheeten.
De gewrochten van onzen eersten landschapschilder zijn
thans uiterst zeldzaam geworden. Gelukkiglijk bezit ons
Antwerpsch museum er toch éen van (nummer 64), welks
echtheid niet kan betwist worden. 2 Het is geteekend : Opus.
1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 1519., sub Vaken <$; Keyser, fol. 401 D°.
— Toen Joachim de Patinir dit huis bewoonde, droeg het nog geenen eigentlijken naam.
Onder den lateren eigenaar heette het eerst « de drij Croonen » en vervolgens « de drij
Goningen. y> Thans draagt het nummer 32.
2 In de tafereelen Onze-Lieve-V rouw met het kindeken Jezus en
de Aanbidding der Wijzen van Barend van Orley, nummers 463 en 464 van ons
museum, is het bergachtig en boomrijk verschiet ook door Joachim de Patinir geschil-
8