De Romanisten
227
penseel kon niet al de droom en zijner rijke verbeelding op
paneelen tooveren, en hij maakte, voor al de voornaamste
Antwerpsche plaatsnijders, met krijt of pen, teekeningen, die
hij met inkt of bister opwaschte.
Een Meester, zoo uitmuntend in alle vakken, ontving na-
tuurlijk eene talrijke schaar van leerlingen. Geen enkel van hen
klom echter tot wezentlijke grootheid. Als de beroemdste van
allen noemt men Wenzel Goberger, die stellig als ingenieur,
maar geenszins als schilder kan geprezen worden. De oorzaak
van het mislukken van al die jeugdige en eerst veelbelovende
talenten, bleef nog immer de al te voorbarige reis naar Italië.
Onze kunstenaars)eugd bleef voortdurend verslingerd op het
betreden van den Italiaanschen bodem. Wie volgens hen den
naam van schilder wilde waardig zijn, moest ten minste een-
maal in zijn leven over de Alpen zijn getogen. Van die kunst-
bedevaart weergekeerd, bleven zij daarop pochen, al was dan
ook hunne eenige verdienste, hun kunstkarakter te hebben
gaan slachtofferen aan de zuidergoden. Wie het aan de mid-
delen ontbrak, of wie reeds een te gerijpt oordeel bezat, om
nog, als zij, den jeugdigen kunstaanleg in den vreemde te
gaan versmoren, werd nog luttel geacht. Zelfs ging het zoo
verre, dat al de Antwerpenaars, die de eeuwige stad be-
zochten, zich poogden van de anderen af te scheiden , en
dus een slag van kaste te vormen. Gedeeltelijk gelukten zij
daarin. In 1572 stichtten zij het « Broederschap der Roma-
nisten, r, waarvan niemand kon deelmaken, dan voor zooveel
hij bewijzen kon, dat hij binnen Rome was geweest. Die
onvaderlandsche vereeniging stelde zich onder de bescher-
ming der heiligen Petrus en Paulus, en in de hoofdkerk
kreeg zij haren altaar, in de Sacramentskapel. Behalve op
227
penseel kon niet al de droom en zijner rijke verbeelding op
paneelen tooveren, en hij maakte, voor al de voornaamste
Antwerpsche plaatsnijders, met krijt of pen, teekeningen, die
hij met inkt of bister opwaschte.
Een Meester, zoo uitmuntend in alle vakken, ontving na-
tuurlijk eene talrijke schaar van leerlingen. Geen enkel van hen
klom echter tot wezentlijke grootheid. Als de beroemdste van
allen noemt men Wenzel Goberger, die stellig als ingenieur,
maar geenszins als schilder kan geprezen worden. De oorzaak
van het mislukken van al die jeugdige en eerst veelbelovende
talenten, bleef nog immer de al te voorbarige reis naar Italië.
Onze kunstenaars)eugd bleef voortdurend verslingerd op het
betreden van den Italiaanschen bodem. Wie volgens hen den
naam van schilder wilde waardig zijn, moest ten minste een-
maal in zijn leven over de Alpen zijn getogen. Van die kunst-
bedevaart weergekeerd, bleven zij daarop pochen, al was dan
ook hunne eenige verdienste, hun kunstkarakter te hebben
gaan slachtofferen aan de zuidergoden. Wie het aan de mid-
delen ontbrak, of wie reeds een te gerijpt oordeel bezat, om
nog, als zij, den jeugdigen kunstaanleg in den vreemde te
gaan versmoren, werd nog luttel geacht. Zelfs ging het zoo
verre, dat al de Antwerpenaars, die de eeuwige stad be-
zochten, zich poogden van de anderen af te scheiden , en
dus een slag van kaste te vormen. Gedeeltelijk gelukten zij
daarin. In 1572 stichtten zij het « Broederschap der Roma-
nisten, r, waarvan niemand kon deelmaken, dan voor zooveel
hij bewijzen kon, dat hij binnen Rome was geweest. Die
onvaderlandsche vereeniging stelde zich onder de bescher-
ming der heiligen Petrus en Paulus, en in de hoofdkerk
kreeg zij haren altaar, in de Sacramentskapel. Behalve op