Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0244

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
232

De Schilderij-Pand der Bor^e

tafereelen, die in de honderden afgebrande burgershuizen tot
rook vergingen. De Spaansche Furie was zoo noodlottig als
de beeldstormerij voor de Antwerpsche kunst. De schilder
Bartholomeus de Momper, die de voornaamste koopman in
schilderijen en de pachter van al de kunstkramen der Handels-
borze was, vertoogde die ramp aan ons Magistraat. « Allen
de cramen, » schreef hij, « zijn ganschelijck gesaccageert! »
Zelfs was zijn woonhuis ook geheel leeggeplunderd en tot
zijne rekenboeken toe waren verdwenen. Te Half-Maart i5y5
had hij den Schilderij-Pand der Borze nog gepacht voor 1258
gulden 's jaars; maar, nu geene zijner onderhuurders het nog
wagen dorst met kunststukken voor te komen staan, zoo was
het hem ook onmogelijk zijn pachtgeld te betalen. Hij smeekte
om van zijne verbintenis ontslagen te worden en wilde alsdan
een nieuw pachttermijn ondernemen, doch tegen niet meer
dan 400 gulden 's jaars. De Stad weigerde zijn verzoek in te
willigen. Zij ontsloeg hem slechts van een half jaar pacht-
huur en gelastte hem den vernielden Pand der Borze te
herstellen en pogingen aan te wenden, om de andere kunst-
verkoopers terug in hunne kramen te lokken. 1 De Momper
betaalde niet min dan 220 ponden 19 schellingen en 9 grooten
Artois, eer de A^erbroken kramen weer waren ineen geklonken.2
Op 14 Januari 1577 vulde hij weer, als naar gewoonte, zeven
der kramen met schilderijen; maar, al stelde hij de andere
«cremers ende schilders » voor, kosteloos te komen uitstallen,
toch en dorsten zij het niet wagen. De Pand der Borze was
ook niet veilig. Nu waren het niet meer de Spaansche, maar
de Duitsche soldaten, die de plunderaars speelden. Op 17

1 Requestboek der stad Antwerpen, 1560-11, fol. 177 v°,
- Rekening der stad Antwerpen, 1579, fol. 315 v°.
 
Annotationen