Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0249

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Het Meesterstuk pan Quinten Matsijs

te maken. Op i5 Maart 1582 1 gaf het Magistraat aan de
Gilde der schrijnwerkers een huis der geestelijke goederen,
genaamd « Sint Jan in Pathmos » in de Onze-Lieve-Vrou-
wenkerkhofstraat, in verwisseling der «schilderije en de tafele
genaempt Sint Janstafereel, om tselve op de stadthuys alhier
te stellen, mits de groote excellentheyt ende konste van den
selven stucken. » Aldus redde de Geuzen regeeri ng dit gods-
dienstig meesterwerk van onzen grootsten schilder. Bij den
lof, dien wij haar hier toezwaaien, moeten wij echter ook het
verwijt voegen, dat zij toeliet aan dit eigenaardig puikgewrocht
eene ware kunstschennis te plegen. Zij gedoogde, dat men
het oude kunststuk zijnen oorspronkelijke!! vorm ontnam,
waardoor het erg beschadigd en met bijschilderingen werd ont-
sierd. ' Van ogivaal, als de altaartafel was, werd zij gansch
vierkant gemaakt, om in de « groote sallette of Stat en-Kamer »
van het stadhuis te kunnen worden tentoongesteld. De kunste-
naar, welke aan die onteering der oude tafereel en de hand
leende, was de Mechelsche Meester Michiel van Coxcyen.
Hij ontving van stadswege 36 ponden Artois, om de aan ge-
timmerde hoeken met lucht, wapenschilden en rozen te be-
schilderen. Daarna werd het meesterstuk van den ouden
Matsijs toch weer ten uiterste verzorgd en met allen eerbied
bewaard. Het werd in prachtige lijsten geklonken, die door
den schilder Nicolaas Doens waren verguld en gestoffeerd. Om.
het tegen bestuiven te hoeden, hing men er groen zijden gor-
dijnen voor, die met ringen op ijzeren gaarden openschoven.3

1 Karei van Mander stelt dezen koop in 1577, Daniël Papebrochius in 1580. Beiden
verkeerden in dwaling.

2 Zie de nota op bladzijde 62.

3 De geraadpleegde bronnen voor bet beschrijven der lotgevallen van het meesterstuk
van Quinten Matsijs zijn : Collegiale aktenboek der Antwerpsche Tresorij, 1580-82;
Rekeningen der herstelling van hel afgebrand Stadhuis van Antwerpen, 1519-83;
Requestboek der stad Antwerpen, 1581 en 1582; losse stukken, enz.
 
Annotationen