DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0284
272
Gillis Congnet
Congnet, 1 die ook bijna bij de familie van Willem Key
mag worden gerekend, daar zijne tante de vrouw was van
den schilder Wouter Key.
Gillis Congnet was de zoon van den Antwerpschen goud-
smid Gillis Congnet en Brigitta Anthonis, en hij werd om-
streeks 1538 geboren. Eenige maanden vóór onze kunstenaar
het levenslicht ontving, verschrikte zijne moeder bij het zien
eener muis, en het gevolg daarvan wTas, dat de kleine ter
wereld kwam met eene bruinharige vlek op eene zijner kaken,
waarom hij later, onder de kunstmakkers, « Gillis met de
vlek, » werd genoemd. 2 Ten jare 1553 werd hij leerling bij
den schilder Lambrecht Wenslijns ; doch hij verliet dezen
Meester al spoedig, om door zijne ouders in de leer en den
kost besteed te worden bij den meer voornamen Antoon van
Palermo, bij welken hij « sekeren tijd lang gewoond heeft.»
Vervolgens trok onze jonge kunstenaar over de Alpen en
bezocht Napels, Sicilië en Terni, in welke laatste stad hij
belangrijke muurschilderingen maakte. Gelukkiglijk toefde
hij er toch niet lang. In i56i was hij reeds vrijmeester
te Antwerpen, waar hij voor vast gevestigd bleef. Van 1570
tot 1584 traden er verscheidene kweekelingen in zijn werk-
huis ; want hij was « veerdigh in zijn schilderen, in alles
genoech ervaren, 't zij beelden, lantschap, gronden oft an-
ders. » Voor zijne achtergronden benuttigde hij echter ook
het talent van den Antwerpschen landschapschilder Cornelis
Molenaer, die in 1564 vrijmeester onzer Gilde was gewor-
den. Deze kunstenaar had een oog, dat hem niet al te goed
in het hoofd stond, en daarom werd hij in de wandeling
* Chev. de Burbure : Biographie Nationale, torn. IV, col. 269.
2 Karei van Mander, fol. 26?.
Gillis Congnet
Congnet, 1 die ook bijna bij de familie van Willem Key
mag worden gerekend, daar zijne tante de vrouw was van
den schilder Wouter Key.
Gillis Congnet was de zoon van den Antwerpschen goud-
smid Gillis Congnet en Brigitta Anthonis, en hij werd om-
streeks 1538 geboren. Eenige maanden vóór onze kunstenaar
het levenslicht ontving, verschrikte zijne moeder bij het zien
eener muis, en het gevolg daarvan wTas, dat de kleine ter
wereld kwam met eene bruinharige vlek op eene zijner kaken,
waarom hij later, onder de kunstmakkers, « Gillis met de
vlek, » werd genoemd. 2 Ten jare 1553 werd hij leerling bij
den schilder Lambrecht Wenslijns ; doch hij verliet dezen
Meester al spoedig, om door zijne ouders in de leer en den
kost besteed te worden bij den meer voornamen Antoon van
Palermo, bij welken hij « sekeren tijd lang gewoond heeft.»
Vervolgens trok onze jonge kunstenaar over de Alpen en
bezocht Napels, Sicilië en Terni, in welke laatste stad hij
belangrijke muurschilderingen maakte. Gelukkiglijk toefde
hij er toch niet lang. In i56i was hij reeds vrijmeester
te Antwerpen, waar hij voor vast gevestigd bleef. Van 1570
tot 1584 traden er verscheidene kweekelingen in zijn werk-
huis ; want hij was « veerdigh in zijn schilderen, in alles
genoech ervaren, 't zij beelden, lantschap, gronden oft an-
ders. » Voor zijne achtergronden benuttigde hij echter ook
het talent van den Antwerpschen landschapschilder Cornelis
Molenaer, die in 1564 vrijmeester onzer Gilde was gewor-
den. Deze kunstenaar had een oog, dat hem niet al te goed
in het hoofd stond, en daarom werd hij in de wandeling
* Chev. de Burbure : Biographie Nationale, torn. IV, col. 269.
2 Karei van Mander, fol. 26?.