Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0343

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Bemaard de Rijckere

331

« Michiel van den Coxyen, schildere, de somme van
seven hondert ende twee ponden Artois, ter causen dat hij
heeft geschildert ende gemaeckt het tafereel int Collegie,
wesende Judicium Salomonis, naervolgended'ordonnan-
tie ende quitancie daerop dienende. . . . vnc n b>. » 1

Bij den aanvang van 1592 werd de twee-en-negentigjarige
Michiel van Coxcyen andermaal op het Antwerpsch stadhuis
geroepen, om eenige herstellingen aan zijn Oordeel van
Salomo te verrichten. Het zware paneel was niet uit zijne
omlijsting gedaan of ten gronde gelaten. De stadswerklieden
hadden zich bepaald er eene stelling voor te timmeren, en van
daarop zou de oude Meester de hertoetsing verrichten. Hij
klom naar boven, doch mistrapte zich en viel zoo ongelukkig,
dat hij naar huis moest worden gedragen, waar hij het ongeval
bestierf op 10 Maart i5g2.

Bernaard de Rijckere, dien wij, naast Marten de Vos, Am-
bros ius Francken en Gillis Mostart, als kunstrechter zagen
optreden (blz. 3o5), mogen wij dus ook niet onvermeld laten.
Van Mander, die hem echter maar weinig lof toezwaait, heeft
hem ons toch ook aanbevolen, daar hij zegt : « Verdienstlijck
hoeft men in gedacht te houden Bernaert de Rijcke, schilder
van Cortrijck, den wekken hadde een seer vloeyende en ver-
dreven manier van werck, en seer behaeghlijck, als men sien
mach te Cortrijck in S. Martenskerck aen d'Altaertafel van de
Cruysbroeders, wesende een Gruysdraginghe, nochtans vroegh
van hem ghedaen. - Dezelfde levensbeschrijver verklaart ook,
dat de Kortrijksche kunstenaar ten jare 1561 te Antwerpen
werd aanvaard in Sint Lucasgilde, en hare Liggere bevestigt

1 Rekeningen der herstelling van het af gebrand Stadhuis van Antwerpen, i519-83.
 
Annotationen