412
Rubens verbindt %ich
ders. Hunne heerlijkste gewrochten wilde hij bewonderen en
ontleden, maar geenszins slaafsch leeren nabootsen, of den recht-
streekschen invloed van welken Meester ook op zijne kunste-
naarsziel laten drukken. Hij was meester en wilde geen leerling
meer worden, maar vrij en onafhankelijk blijven, om naar
eigen keus en goeddunken de oorstoffen en de kennissen, te
vergaren, die hij noodig dacht tot het stichten zijner Schilder-
school. Ongelukkiglijk kwam een onverwacht toeval de uit-
voering dier plannen verijdelen, toen hij zich nauwelijks in
Venetië had neergezet.
Reeds den i3n Juli 1600 was Vincenzo I di Gonzaga,
Hertog van Mantua, te Venetië aangekomen, met eenen gan-
schen stoet van edellieden, hovelingen en trawanten. Er wer-
den dezen hooggeboren heer schitterende feesten aangeboden.
Vincenzo was een machtige en invloedrijke Prins, met wien
het eenieder goed was wel te staan. Onze Rubens bewonderde
hem te meer, omdat hij den Hertog luidop hoorde prijzen, als
eenen hartstochtelijken kunstminnaar, die er in geslaagd was,
met veel moeite en tegen verbazend groote schatten, de prach-
tigste kunstverzameling der gansche wereld te vormen. Bij
louter toeval kwam een der hertogelijke hovelingen in betrek-
king met onzen jeugdigen Vlaamschen schilder, die op zulke
schitterende en eigenaardige manier schetsen nam van de
puikstukken der beroemdste Venetiaansche Meesters. Zoo
kwam het den Hertog ter oore, hoe in zijne nabijheid de
talentvolle en behendige Vlaming werkzaam was. Hij deed
Rubens ontbieden en stelde hem voor, zich aan hem als
schilder te verbinden, tegen eene jaarwedde van 400 dukaten.
De eer scheen grooter dan het loon. Daarom loeg het voorstel
den Antwerpenaar toe. Bovendien, het opende hem ineens
Rubens verbindt %ich
ders. Hunne heerlijkste gewrochten wilde hij bewonderen en
ontleden, maar geenszins slaafsch leeren nabootsen, of den recht-
streekschen invloed van welken Meester ook op zijne kunste-
naarsziel laten drukken. Hij was meester en wilde geen leerling
meer worden, maar vrij en onafhankelijk blijven, om naar
eigen keus en goeddunken de oorstoffen en de kennissen, te
vergaren, die hij noodig dacht tot het stichten zijner Schilder-
school. Ongelukkiglijk kwam een onverwacht toeval de uit-
voering dier plannen verijdelen, toen hij zich nauwelijks in
Venetië had neergezet.
Reeds den i3n Juli 1600 was Vincenzo I di Gonzaga,
Hertog van Mantua, te Venetië aangekomen, met eenen gan-
schen stoet van edellieden, hovelingen en trawanten. Er wer-
den dezen hooggeboren heer schitterende feesten aangeboden.
Vincenzo was een machtige en invloedrijke Prins, met wien
het eenieder goed was wel te staan. Onze Rubens bewonderde
hem te meer, omdat hij den Hertog luidop hoorde prijzen, als
eenen hartstochtelijken kunstminnaar, die er in geslaagd was,
met veel moeite en tegen verbazend groote schatten, de prach-
tigste kunstverzameling der gansche wereld te vormen. Bij
louter toeval kwam een der hertogelijke hovelingen in betrek-
king met onzen jeugdigen Vlaamschen schilder, die op zulke
schitterende en eigenaardige manier schetsen nam van de
puikstukken der beroemdste Venetiaansche Meesters. Zoo
kwam het den Hertog ter oore, hoe in zijne nabijheid de
talentvolle en behendige Vlaming werkzaam was. Hij deed
Rubens ontbieden en stelde hem voor, zich aan hem als
schilder te verbinden, tegen eene jaarwedde van 400 dukaten.
De eer scheen grooter dan het loon. Daarom loeg het voorstel
den Antwerpenaar toe. Bovendien, het opende hem ineens