DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0451
Abraham Snellinck
439
is, zullen wi] hem hier enkel vermelden. Zijn jongere broeder
Abraham wist zich beter te doen onderscheiden. Hij werd
den i3n Augustus 1597 in onze hoofdkerk gedoopt. Evenals
zijne broeders, oefende hij zich in de kunst bij zijnen vader,
en, zoolang deze leefde, bleef hij hem behulpzaam in zijn
werkhuis. 1 Iet lijk van den ouden Snellinck was nauwelijks
ter aarde besteld, of zijn zoon Abraham deed zich als vrij-
meester bij Sint Lucasgilde inschrijven. Tevens trouwde
hij op 27 October 1638 Anna Maria Richardi. Zijn hu-
welijk werd gezegend met twee zonen, waarvan de eenc,
Frans, ook schilder werd, doch in Juni 1669 het habijt der
Beggaarden aantrok. De meeste gewrochten van Abraham
Snellinck werden in het magazijn zijns vaders te koop ge-
steld. Aldus verbreidde zich zijne faam tot in Noord-Neder-
land. Voor een der kasteelen van het Huis Oranje-Nassau
maalde hij elf schilderijen « Landschappen met cloecke
figuren, » waarvoor hij 402 Carolusgulden in rekening
bracht. 1 Toen zijn broeder Andries gestorven was, besteedde
hij zes en dertig dagen, om dezes schilderijen te reinigen en te
hertoetsen voor de veiling. Voor dien arbeid ontving hij 108
gulden, of 3 gulden daags. Abraham Snellinck kocht ten jare
1643 het huis « de Faillie Vrouw ^ in de Huidevetterstraat,
en van de rijke weduwe zijns broeders erfde hij het levens-
lange gebruik van haar huis op den Rogier. Daar lag hij op
8 Augustus 1661 krank te bed, toen hij zijnen uitersten wildeed
kennen. Hij begeerde in Sint Joriskerk bij zijnen vader be-
graven te worden. Het regelen zijner begrafenis liet hij over
aan zijne zuster Sara, wie hij tevens het toezicht over zijne
1 Ghristiaan Kramm : Be levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche Kunst-
schilders, Beeldhouwers, Graveurs en Bouwmeesters, Amsterdam, i857-i864.
439
is, zullen wi] hem hier enkel vermelden. Zijn jongere broeder
Abraham wist zich beter te doen onderscheiden. Hij werd
den i3n Augustus 1597 in onze hoofdkerk gedoopt. Evenals
zijne broeders, oefende hij zich in de kunst bij zijnen vader,
en, zoolang deze leefde, bleef hij hem behulpzaam in zijn
werkhuis. 1 Iet lijk van den ouden Snellinck was nauwelijks
ter aarde besteld, of zijn zoon Abraham deed zich als vrij-
meester bij Sint Lucasgilde inschrijven. Tevens trouwde
hij op 27 October 1638 Anna Maria Richardi. Zijn hu-
welijk werd gezegend met twee zonen, waarvan de eenc,
Frans, ook schilder werd, doch in Juni 1669 het habijt der
Beggaarden aantrok. De meeste gewrochten van Abraham
Snellinck werden in het magazijn zijns vaders te koop ge-
steld. Aldus verbreidde zich zijne faam tot in Noord-Neder-
land. Voor een der kasteelen van het Huis Oranje-Nassau
maalde hij elf schilderijen « Landschappen met cloecke
figuren, » waarvoor hij 402 Carolusgulden in rekening
bracht. 1 Toen zijn broeder Andries gestorven was, besteedde
hij zes en dertig dagen, om dezes schilderijen te reinigen en te
hertoetsen voor de veiling. Voor dien arbeid ontving hij 108
gulden, of 3 gulden daags. Abraham Snellinck kocht ten jare
1643 het huis « de Faillie Vrouw ^ in de Huidevetterstraat,
en van de rijke weduwe zijns broeders erfde hij het levens-
lange gebruik van haar huis op den Rogier. Daar lag hij op
8 Augustus 1661 krank te bed, toen hij zijnen uitersten wildeed
kennen. Hij begeerde in Sint Joriskerk bij zijnen vader be-
graven te worden. Het regelen zijner begrafenis liet hij over
aan zijne zuster Sara, wie hij tevens het toezicht over zijne
1 Ghristiaan Kramm : Be levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche Kunst-
schilders, Beeldhouwers, Graveurs en Bouwmeesters, Amsterdam, i857-i864.