Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0607

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Wencel Coberger

In het sterfhuis bevond zich ook eene kostelijke verzameling
van medaliën, veel zilverwerk, juweelen en prachtige meu-
belen, welke werden geschat op 1287 gulden. Dit alles en zijn
huis liet de overledene aan zijne vrouw en kinderen.
Aan zijne bastaarddochter, Flora de Succa, maakte hij slechts
5o gulden.

Wenzel Coberger werd in onze stad omstreeks 1557 ge-
boren; doch zijne eigentlijke verschijning op het Antwerpsen
kunsttooneel dagteekent maar van den aanvang der xvne
eeuw. Nadat hij bij Marten de Vos, van i5y3 tot ' 1583,
eerst als leerling en vervolgens als helper, was werkzaam ge-
weest, toog hij naar Italië, waar hij zich niet enkel als schil-
der, maar ook als bouwmeester en zelfs als-ingenieur oefende.
Terwijl hij aldaar vertoefde, ontving hij uit Antwerpen eene
belangrijke bestelling. Onze Gilde van den Jongen Handboog
had in de Onze-Lieve-Vrouwenkerk haren ouden altaar uit-
gebroken, en verkocht aan de Sint Sebastiaansgilde der stad
Lier. In Februari i5g8 schetste Otto van Veen eenen nieuwen
altaar, welke door de gebroeders Robrecht en Hans de Nole
werd uitgevoerd voor i55o gulden. Ter versiering van dit
pronkstuk werd er eene altaartafel besteld aan Wenzel Co-
berger, die zich toen te Rome bevond. Op 6 November 1599
kwam dit gewrocht ter gildekamer, waar al de Dekens het be-
wonderden, terwijl er een goede beker wijn en bier werd rond-
geschonken. De schilderij werd voor een meesterwerk gehou-
den, en verbeeldde de Martelie van Sint Sebastianus. 1
Dit onderwerp was op doek geschilderd; doch het werd op

! In Augustus 1794 ontroofden de Franschen ons dit tafereel en thans bevindt het zich
in het museum van Nancy. Eene verdienstelijke kopij daarvan verbrandde, met tal
van andere kunststukken, in den nacht van 3 September 1874, te Antwerpen, in het
werkhuis van den schilderijverdoeker K. ,1. van der Haeghen, Carnotstraat 131.
 
Annotationen