Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0625

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Zijne \onen Lodcjpijh en Peter Neefs II 613

gemelde zonen, Lodewijk en Peter, vormde onze Neefs echter
tot uitmuntende kerkzichtschilders. Van den eerste, die klooster-
ling werd, hangt er in het museum van Dresden een prachtig
binnenzichtder O n ze-Li eve-V rouw en kerk van Antwer-
pen. Op eenen pilaar rechts is het gewrocht geteekend :
Frater Ludovicus Neiffs, an. 1648; op eenen pilaar links ■
D. J. Franck. inv. et f. 1 De jonge Peter Neefs arbeidde
zoo prachtig in den trant zijns vaders, dat deze het noodig
oordeelde ter onderscheiding zijne gewrochten te teekenen :
den auden Neefs. Een notarieel bescheid van 28 December
1660 vermeldt « vier stucken schilderijen Kercken, geschil-
derd bij den jongen Peter Neefs ende gestoffeert bij Jan van
Eyck. » In het Belvedère van Weenen vinden wij van onzen
jongen Peter Neefs twee Binnenzichten der Antwerp-
sche Hoofdkerk, waarvan een gestoffeerd is door Bona-
ventura Peeters. Het museum van Turijn bezit van hem eene
Gothieke Kerk, welke het jaarmerk 1655 draagt, en in de
Weener galerij Lichtenstein prijkt eene andere Gothieke
Kerk, geteekend : P. Neefs 1675.

Hoe vruchtbaar en uitstekend de Neefsen ook waren,
toch vermochten zij geen fortuin te maken. Van 1641 tot 1646
lichtte de oude Peter Neefs rent bij rent op het door hem
bewoonde huis der Hobokenstraat, en op 27 Augustus 1655
stemde zijne schoonzuster, de begijn Louisa Louterbeens, er
in toe, dat hij hun aandeel in dien eigendom ter Vrijdagmarkt
zou verkoopen. Weinige dagen nadat die verkoop gesloten
was, stierf de vrouw van onzen ouden schilder, als kon zij die
ramp niet overleven. Den 26° Februari van het volgende jaar
komt de acht en zestig-jarige Peter Neefs de laatste maal voor

' Pit laatste is het bandmerk van den jongen Frans Francken iii,
 
Annotationen