DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0631
Frans Franc ken III 619
bij den meester in de leer en in den kost ging, voor i5o
gulden in het jaar.
Den i2n Augustus 1616 kocht meester Francken een huis
met koetspoort, Sint Marcus, nummer 44 der Boksteeg,
tegenover de IJzeren Waag. Vijf dagen later verkocht hij
zijn huis Emmaüs aan zijnen schoonbroeder, den schilder
Elias de Hooge. Frans Francken II overleed op 6 Mei 1642
in zijn gemeld huis Sint Marcus, en zijne weduwe volgde
hem in de eeuwigheid op 12 Mei 1655.
Ook Frans Francken III werkte aanvankelijk in den
trant zijns vaders; doch Rubens' invloed was op hem zoo
groot, dat hij dezes glans en kleurenpraal, zijne weelderige
schoonheid en het krachtdadige leven in zijne figuren deed
uitschijnen, waarom hij de Rubensche Francken werd ge-
heeten. Wij zullen verder zien hoe vlijtig en talentvol deze
meester arbeidde, en toch bleven er bijna geene werken op
zijnen naam bewaard. Buiten de figuurtjes, met welke hij
nu eens in den trant zijns vaders en dan weer op zijn
Rubensch de gemelde tafereelen zijner kunstmakkers stof-
feerde, kunnen wij in geen der openbare museums een ge-
teekend gewrocht van den Rubenschen Francken aanduiden.
De heer Theodoor van Lerius bezit echter een tafereeltje op
koper, de Toereiking van Joannes' Hoofd aan de
Danseres, dat voor een gewrocht van den derden Frans
Francken wordt gehouden. Het is eene rijke samenstelling in
fijnschildering, gelijk Frans Francken II er vervaardigde, doch
met eenige figuurtjes als naar Rubens. Nog bewaart in onze
stad de heer Reynen de Verschijning van Soriano, en
mejuffer Verschuylen eene Geeseling Christi, welke op
naam van den Rubenschen Francken werden ten toon gesteld.
bij den meester in de leer en in den kost ging, voor i5o
gulden in het jaar.
Den i2n Augustus 1616 kocht meester Francken een huis
met koetspoort, Sint Marcus, nummer 44 der Boksteeg,
tegenover de IJzeren Waag. Vijf dagen later verkocht hij
zijn huis Emmaüs aan zijnen schoonbroeder, den schilder
Elias de Hooge. Frans Francken II overleed op 6 Mei 1642
in zijn gemeld huis Sint Marcus, en zijne weduwe volgde
hem in de eeuwigheid op 12 Mei 1655.
Ook Frans Francken III werkte aanvankelijk in den
trant zijns vaders; doch Rubens' invloed was op hem zoo
groot, dat hij dezes glans en kleurenpraal, zijne weelderige
schoonheid en het krachtdadige leven in zijne figuren deed
uitschijnen, waarom hij de Rubensche Francken werd ge-
heeten. Wij zullen verder zien hoe vlijtig en talentvol deze
meester arbeidde, en toch bleven er bijna geene werken op
zijnen naam bewaard. Buiten de figuurtjes, met welke hij
nu eens in den trant zijns vaders en dan weer op zijn
Rubensch de gemelde tafereelen zijner kunstmakkers stof-
feerde, kunnen wij in geen der openbare museums een ge-
teekend gewrocht van den Rubenschen Francken aanduiden.
De heer Theodoor van Lerius bezit echter een tafereeltje op
koper, de Toereiking van Joannes' Hoofd aan de
Danseres, dat voor een gewrocht van den derden Frans
Francken wordt gehouden. Het is eene rijke samenstelling in
fijnschildering, gelijk Frans Francken II er vervaardigde, doch
met eenige figuurtjes als naar Rubens. Nog bewaart in onze
stad de heer Reynen de Verschijning van Soriano, en
mejuffer Verschuylen eene Geeseling Christi, welke op
naam van den Rubenschen Francken werden ten toon gesteld.