Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0671

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Andries van Eertvelt

659

testament, dat korts na zijn overlijden, op 25 Juli i63o, werd
ingeschreven door den notaris Peter de Bruyne.

De Hollandsche kunstenaars Hendrik Vroom en Adam
Willaert schijnen de uitvinders der zeeschildering te zijn ge-
weest ; maar, aangezien geen van beiden te Antwerpen werk-
zaam was, zoo moeten wij Andries van Eertvelt1 houden voor
den eerste, die in onze stad den wijden oceaan op het doek dorst
tooveren. Onze zeeschilder werd op 25 Maart i5go binnen
Antwerpens hoofdkerk gedoopt, als zoon van Andries en van
Clara Geerts. Waar onze jonge kunstenaar zijne studiën deed
werd niet geboekt; doch ten jare 1610 trad hij als vrijmeester
in onze Schilders-Kamer. Van dan af leverde hij voor de toen-
malige Antwerpsche kabinetten tal van zeegevechten, welke
echter in de verleden eeuw spoorloos verdwenen. De heer
Theodoor van Lerius onzer stad bezit van den meester toch
nog eene Onstuimige Zee, waarop drie Fregatten
elkaar met het Kanon bestrijden. Het water, de lucht
en de kruitdamp zijn met tamelijk goede kleuren, maar noch
diep, noch doorschijnend weergegeven. De schepen integendeel
zijn in aangenamen toon gepenseeld en met kennis en fijn-
heid geteekend. In heel de samenstelling heerscht er iets
grootsch en levendigs, dat de aandacht wekt. Nog zagen wij
van Andries van Eertvelt, bij mevrouw Moons onzer stad :
eene Zeehaven met Oorlogschepen; in het museum
van Gent : Schepen in gevaar op de Holle Zee. Het
Belvedère van Weenen bewaart van onzen meester een
groot Zeegezicht met tal van Oorlogschepen.

Antoon van Dijck moet een bewonderaar van Andries

s De naam van dezen schilder wordt thans op verschillige wijzen geschreven; doch
hij teekende onveranderlijk : Andries van Eertvelt.
 
Annotationen