De Lange Jordaans
669
in het jaar huurde. Wanneer hij op 27 November 1654 over-
leed en in Sint Andrieskerk werd begraven, bleef zijne we-
duwe, Maria Hendrickx, achter met twee kinderen : eene
dochter, Elisabeth, van twintig jaren en een vijftienjarig
zoontje, Janneken, dat zinneloos was. De huisraad van den
schilder Peter Molenaer werd gevent voor 56g gulden 16
stuivers; eenige ringen en schilderijen werden ingehouden
en geschat op 206 gulden 5 stuivers.
In ons museum prijkt een groot paneel met indrukwek-
kende samenstelling, het Ver smoren van Pharao en zijn
Leger in de Roode Zee (214). Het gewrocht is zonder praal
van kleuren, doch in aangenamen toon en zoo eigenaardig
gemaald, dat de liefhebbers het als een puikstuk bewonderen.
Vooral de menigte van fraaie figuurkens, waarmede het gestof-
feerd is, wekt de aandacht. Het is opmerkenswaardig, hoe de
trotsche Koning met zijn heir door de steigerende zeebaren
wordt bedolven tusschen de rotsen, op wier kruin Mozes met
de zijnen zegevierend is verheven. De schepper van dit kunst-
stuk is Hans Jordaens III, 1 dien zijne tijdgenooten «den Langen
Jordaens » noemden. In het sterfhuis van Adriaan van Brakel
vinden wij ten jare 1677 " een schilderije van den Langen
Jordaens, verbeeldende Moyses met de Kinderen van
Israël bij de Roode Zee. » Onze kunstenaar had voor
vader Hans Jordaens II, die in 1600 bij Antwerpens Schil-
ders-Kamer trad en zijnen zoon ook de penseel en leerde
behandelen. De jonge Jordaens moet omstreeks 1 5q5 geboren
zijn; want eerst in 1620 bereikt hij de meerderjarigheid, en dan
1 Deze schilder was niet rechtstreeks verwant met Hans Jordaens, die in Juni 1582
met de weduwe van Frans Pourbus huwde, en in 1585 vertrok naar Delft, waar hij ten
jare 1619 nog leefde.
669
in het jaar huurde. Wanneer hij op 27 November 1654 over-
leed en in Sint Andrieskerk werd begraven, bleef zijne we-
duwe, Maria Hendrickx, achter met twee kinderen : eene
dochter, Elisabeth, van twintig jaren en een vijftienjarig
zoontje, Janneken, dat zinneloos was. De huisraad van den
schilder Peter Molenaer werd gevent voor 56g gulden 16
stuivers; eenige ringen en schilderijen werden ingehouden
en geschat op 206 gulden 5 stuivers.
In ons museum prijkt een groot paneel met indrukwek-
kende samenstelling, het Ver smoren van Pharao en zijn
Leger in de Roode Zee (214). Het gewrocht is zonder praal
van kleuren, doch in aangenamen toon en zoo eigenaardig
gemaald, dat de liefhebbers het als een puikstuk bewonderen.
Vooral de menigte van fraaie figuurkens, waarmede het gestof-
feerd is, wekt de aandacht. Het is opmerkenswaardig, hoe de
trotsche Koning met zijn heir door de steigerende zeebaren
wordt bedolven tusschen de rotsen, op wier kruin Mozes met
de zijnen zegevierend is verheven. De schepper van dit kunst-
stuk is Hans Jordaens III, 1 dien zijne tijdgenooten «den Langen
Jordaens » noemden. In het sterfhuis van Adriaan van Brakel
vinden wij ten jare 1677 " een schilderije van den Langen
Jordaens, verbeeldende Moyses met de Kinderen van
Israël bij de Roode Zee. » Onze kunstenaar had voor
vader Hans Jordaens II, die in 1600 bij Antwerpens Schil-
ders-Kamer trad en zijnen zoon ook de penseel en leerde
behandelen. De jonge Jordaens moet omstreeks 1 5q5 geboren
zijn; want eerst in 1620 bereikt hij de meerderjarigheid, en dan
1 Deze schilder was niet rechtstreeks verwant met Hans Jordaens, die in Juni 1582
met de weduwe van Frans Pourbus huwde, en in 1585 vertrok naar Delft, waar hij ten
jare 1619 nog leefde.