Pauwel de Vos
679
den schilder Michiel Snijders, vermaakte hij een jaarlijksch
inkomen van 3oo gulden en 400 gulden voor een rouwkleed,
midsgaders al zijne printen en printboeken, uitgezonderd het
groote boek met de printen van den heer Peter Pauwel Ru-
bens, dat hij schonk aan zijnen neef, den schilder Jan Baptist
de Vos. Zijn neef Hendrik de Rasieres kreeg al zijne papieren
beschilderd met Italiaansche vruchten, benevens een le-
gaat van 2000 gulden. Pauwel de Vos ontving als herinnering
« eene schilderije, wesende een naeckt Vrouwken met
een en Pels, van d'heer Rubens naer Titian. » Suzanna
Cock, de weduwe van Cornelis de Vos, kreeg het tafereel
«de Salvinge van S al om oh» terug, dat door haren
man gemaald en aan Frans Snijders was gegeven tot geden-
kenis. Na dit tijdstip moet onze beroemdste dierenschilder
niet veel gezonde dagen meer hebben geteld. Hij stierf op 19
Augustus 1657.
Pauwel de Vos maalde insgelijks jachten in den trant
van zijnen schoonbroeder Frans Snijders, en gelijk deze
werkte hij met den grooten Meester. Hij was de jongere
broeder van den uitstekenden portretschilder Cornelis de
Vos, en werd dus te Hulst geboren omstreeks i5go. Evenals
zijn broeder ging hij, in 1606, ook op ongeveer vijftienjarigen
ouderdom, in de leer bij David Remeeus. Na zijne studiën
te hebben voltrokken, moet hij als helper in Snijders' of
Rubens' werkhuis zijn getreden; want eerst in 1620 zien wij
hem als onafhankelijk meester bij Sint Lucasgilde verschij-
nen. De verdiensten van Pauwel de Vos waren aanzienlijk.
Aan Rubens ontleende hij de breedheid van behandeling, de
krachtige natuurlijkheid van voorstelling en de hartstochtelijk-
heid van beweging. Zijne kleuren waren ifjet zoo schitterend
679
den schilder Michiel Snijders, vermaakte hij een jaarlijksch
inkomen van 3oo gulden en 400 gulden voor een rouwkleed,
midsgaders al zijne printen en printboeken, uitgezonderd het
groote boek met de printen van den heer Peter Pauwel Ru-
bens, dat hij schonk aan zijnen neef, den schilder Jan Baptist
de Vos. Zijn neef Hendrik de Rasieres kreeg al zijne papieren
beschilderd met Italiaansche vruchten, benevens een le-
gaat van 2000 gulden. Pauwel de Vos ontving als herinnering
« eene schilderije, wesende een naeckt Vrouwken met
een en Pels, van d'heer Rubens naer Titian. » Suzanna
Cock, de weduwe van Cornelis de Vos, kreeg het tafereel
«de Salvinge van S al om oh» terug, dat door haren
man gemaald en aan Frans Snijders was gegeven tot geden-
kenis. Na dit tijdstip moet onze beroemdste dierenschilder
niet veel gezonde dagen meer hebben geteld. Hij stierf op 19
Augustus 1657.
Pauwel de Vos maalde insgelijks jachten in den trant
van zijnen schoonbroeder Frans Snijders, en gelijk deze
werkte hij met den grooten Meester. Hij was de jongere
broeder van den uitstekenden portretschilder Cornelis de
Vos, en werd dus te Hulst geboren omstreeks i5go. Evenals
zijn broeder ging hij, in 1606, ook op ongeveer vijftienjarigen
ouderdom, in de leer bij David Remeeus. Na zijne studiën
te hebben voltrokken, moet hij als helper in Snijders' of
Rubens' werkhuis zijn getreden; want eerst in 1620 zien wij
hem als onafhankelijk meester bij Sint Lucasgilde verschij-
nen. De verdiensten van Pauwel de Vos waren aanzienlijk.
Aan Rubens ontleende hij de breedheid van behandeling, de
krachtige natuurlijkheid van voorstelling en de hartstochtelijk-
heid van beweging. Zijne kleuren waren ifjet zoo schitterend