DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0750
738
Van Dijck gehuwd
bij de in kant en satijn gehulde freules, alweer nieuw voedsel
voor zijnen onleschbaren minnedorst.
Van Dijcks gezondheid was nu reeds ernstig aan het wan-
kelen geraakt, en dien ten gevolge begonnen zijne geldbronnen
ook op te drogen. Om zijnen stoffelijken ondergang te verhoe-
den en tevens met het lofwaardig inzicht van zijnen glansrijken
levensloop nog te verlengen, rieden hem zijne oprechtste
vrienden, en zelfs Karei I zich in den echt te verbinden.
Men sprak hem van geregelder levenswijze, van rustiger da-
gen, van nieuwe kunstglorie en stille huiselijke genoegens, en
de geknakte veertigjarige jongman liet zich gezeggen. Ten jare
1639 besloot hij tot dien gewichtigen stap, voor welken hij al-
toos beschroomd terugdeinsde. Zijne gemalin was de onver-
mogende, doch adellijke Mary Ruthven, de lieftalligste en
de jeugdigste gezelschapsjuffer van Engelands Koningin.
Het voorgevoel, dat de echtstaat hem rampspoed zou aan-
brengen, hetwelk Antoon zoo lang bezwaard had, werd be-
waarheid. Het was alsof hij uit den langen minneroes ontnuch-
terde, daar hij eensklaps inzag, dat hij door zijne wellustige
levenswijze den luister van zijnen kunstenaarsroem had laten
tanen. Het bestendig overhaast malen van portretten om
zijn fortuin op te houden, walgde hem. Hij zag uit naar
waardiger, naar grootscher werk, dat hem in de mogelijkheid
stelde, om nog eens al zijn talent ten toon te spreiden. Van
's Konings banketzaal der Whitehall, waarvoor Rubens de
plafondstukken schilderde, moesten nog de wanden versierd
worden, en hij bood zich aan tot het volvoeren dier ge-
wichtige taak. De tafereelen zouden de geschiedenis der
beroemde Engelsche orde van den Kousenband voorstellen :
de Stichting der Orde door Edward III, den Stoet der
Van Dijck gehuwd
bij de in kant en satijn gehulde freules, alweer nieuw voedsel
voor zijnen onleschbaren minnedorst.
Van Dijcks gezondheid was nu reeds ernstig aan het wan-
kelen geraakt, en dien ten gevolge begonnen zijne geldbronnen
ook op te drogen. Om zijnen stoffelijken ondergang te verhoe-
den en tevens met het lofwaardig inzicht van zijnen glansrijken
levensloop nog te verlengen, rieden hem zijne oprechtste
vrienden, en zelfs Karei I zich in den echt te verbinden.
Men sprak hem van geregelder levenswijze, van rustiger da-
gen, van nieuwe kunstglorie en stille huiselijke genoegens, en
de geknakte veertigjarige jongman liet zich gezeggen. Ten jare
1639 besloot hij tot dien gewichtigen stap, voor welken hij al-
toos beschroomd terugdeinsde. Zijne gemalin was de onver-
mogende, doch adellijke Mary Ruthven, de lieftalligste en
de jeugdigste gezelschapsjuffer van Engelands Koningin.
Het voorgevoel, dat de echtstaat hem rampspoed zou aan-
brengen, hetwelk Antoon zoo lang bezwaard had, werd be-
waarheid. Het was alsof hij uit den langen minneroes ontnuch-
terde, daar hij eensklaps inzag, dat hij door zijne wellustige
levenswijze den luister van zijnen kunstenaarsroem had laten
tanen. Het bestendig overhaast malen van portretten om
zijn fortuin op te houden, walgde hem. Hij zag uit naar
waardiger, naar grootscher werk, dat hem in de mogelijkheid
stelde, om nog eens al zijn talent ten toon te spreiden. Van
's Konings banketzaal der Whitehall, waarvoor Rubens de
plafondstukken schilderde, moesten nog de wanden versierd
worden, en hij bood zich aan tot het volvoeren dier ge-
wichtige taak. De tafereelen zouden de geschiedenis der
beroemde Engelsche orde van den Kousenband voorstellen :
de Stichting der Orde door Edward III, den Stoet der