Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0784

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
772

Theodoor van Thulden

Janskerk, werd ten doop geheven, als zoon van Jacob van
Thulden en Heilwis van Meurs. De grootvader van onzen
toekomstigen schilder bekleedde de vereerende plaats van
Rentmeester der stad 's Hertogenbosch. Bij zijne komst te
Antwerpen gelukte het Theodoor van Thulden niet in Ru-
bens' werkhuis te geraken ; want in 1622 ging hij hier in de
leer bij eenen ongekenden schilder, Abraham van Blijenberch.
Na de eerste blijken van zijn aangeboren talent te hebben
gegeven, werd hij toch onder de leiding des Oppermeesters
genomen. Toen Rubens, ten jare 1627, zijne lange diploma-
tische reizen ondernam, kocht de twintigjarige van Thulden
zijn vrijmeesterschap bij onze Schilders-Kamer. Welke wér-
ken hij nu te Antwerpen ontwierp, is onbekend. Ten jare i632
vinden wij hem binnen Parijs, waar hij in het gestoelte der
kerk van de Trinitarissen eene reeks tafereeltjes maalde, welke
het gansche Leven van Joannes da Martha voorstel-
den. Al deze paneeltjes zijn, jammer genoeg, omgekomen ;
doch de schilder heeft er zijne samenstellingen van bewaard
in vier en twintig platen, die hij etste en uitgaf met een ver-
sierd titelblad : Revelatio ordinis S. S. Trinitatis Re-
demptionis captivorum sub Innocentio III, 1190, Parisiis
i633. Vervolgens nam hij in het kasteel van Föntainebleau
teekeningen der muurschilderingen van Nicolo deil'Abate : de
Lotgevallen van Ulysses, welke hij etste in acht en
> 'jftjg platen en in 1633 opdroeg aan den Hertog van Lian-
Cüürt. Daarna keerde onze schilder terug naar Antwerpen.
Toen de Prins-Kardinaal op 17 April 1635 binnen de Schel-
destad zijn1 mtrede deed, had van Thulden, met de gebroeders
Jan en Kasper van Balen, Erasm Quellin en Jan de Ia Barre,
de grootsche Galerij der Oostenrij ksche Keizers en
 
Annotationen