Frans Muntsaert
Den i5n Maart 1686 verleed de gewezen kapitein een testa-
ment met zijne zieke gade, welke hij weinige dagen later de
oogen sloot. Op 14 Mei 1694 werd ook meester Fierlants' lijk
uit zijn huis in de Lange Nieuwstraat gehaald en begraven
in den pand der Predikheeren.
Thans volgt een verdienstelijk Antwerpsch schilder, die
onbekend bleet, omdat zijn leven zoo kort als eenvoudig was
en hij maar luttel gewrochten kon nalaten. Het is Frans
Muntsaert, die op 10 Februari 1623 geboren werd. De wel-
stand waarin hij van jongsaf leefde, liet hem toe zich lang-
zamerhand en door zelfonderricht te oefenen; maar, vermits
hij er trotsch op was deel te maken van de Schilders-Kamer,
zoo liet hij zich, ten jare 1641, bij Thomas Willeboirts als
leerling inschrijven, en nog ditzelfde jaar verwierf hij zijn
vrijmeesterschap. Ongelukkiglijk stierf de jonge kunstenaar
reeds op 10 Mei i65o. Tusschen de doeken, welke hij naliet,
werden vooral opgemerkt een Romulus en Remus en
de Hemelvaart van Maria. Dit laatste gewrocht, dat
zijne ouders in hun en zijn grafgedenkteeken plaatsten ,
prijkt nu nog in onze Sint Jacobskerk. Het munt uit
door zijne heldere, warme en goed versmolten kleuren, zijne
fraaiheid van teekening en sierlijkheid van samenstelling.
Aan Peter Thijs was een langere en schitterender levens-
loop beschoren. In onze stad ten jare 1624 1 geboren, kwam
hij in t 636 als leerling bij Artus Deurweerders, die hem in
1645 het vrijmeesterschap liet verwerven. De een en twintig-
1 De doopakt van 5 April 1616, aangegeven als geboortebewijs van onzen schilder
is valscb. De toen gedoopte Peter Thijs, zoon van Peter en Anna Speeck, was in 1621
reeds overleden, zooals blijkt uit den staat van het sterfhuis zijns vaders. Onze schilder
verklaart zelf op 10 December 1664, dat hij veertig jaren oud is, zoodat hij in 1624
ter wereld kwam.
Den i5n Maart 1686 verleed de gewezen kapitein een testa-
ment met zijne zieke gade, welke hij weinige dagen later de
oogen sloot. Op 14 Mei 1694 werd ook meester Fierlants' lijk
uit zijn huis in de Lange Nieuwstraat gehaald en begraven
in den pand der Predikheeren.
Thans volgt een verdienstelijk Antwerpsch schilder, die
onbekend bleet, omdat zijn leven zoo kort als eenvoudig was
en hij maar luttel gewrochten kon nalaten. Het is Frans
Muntsaert, die op 10 Februari 1623 geboren werd. De wel-
stand waarin hij van jongsaf leefde, liet hem toe zich lang-
zamerhand en door zelfonderricht te oefenen; maar, vermits
hij er trotsch op was deel te maken van de Schilders-Kamer,
zoo liet hij zich, ten jare 1641, bij Thomas Willeboirts als
leerling inschrijven, en nog ditzelfde jaar verwierf hij zijn
vrijmeesterschap. Ongelukkiglijk stierf de jonge kunstenaar
reeds op 10 Mei i65o. Tusschen de doeken, welke hij naliet,
werden vooral opgemerkt een Romulus en Remus en
de Hemelvaart van Maria. Dit laatste gewrocht, dat
zijne ouders in hun en zijn grafgedenkteeken plaatsten ,
prijkt nu nog in onze Sint Jacobskerk. Het munt uit
door zijne heldere, warme en goed versmolten kleuren, zijne
fraaiheid van teekening en sierlijkheid van samenstelling.
Aan Peter Thijs was een langere en schitterender levens-
loop beschoren. In onze stad ten jare 1624 1 geboren, kwam
hij in t 636 als leerling bij Artus Deurweerders, die hem in
1645 het vrijmeesterschap liet verwerven. De een en twintig-
1 De doopakt van 5 April 1616, aangegeven als geboortebewijs van onzen schilder
is valscb. De toen gedoopte Peter Thijs, zoon van Peter en Anna Speeck, was in 1621
reeds overleden, zooals blijkt uit den staat van het sterfhuis zijns vaders. Onze schilder
verklaart zelf op 10 December 1664, dat hij veertig jaren oud is, zoodat hij in 1624
ter wereld kwam.