Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0984

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
972

Laatste dagen van Gonzales Coques

tegenwoordèlijck wesende binnen dese stadt, » een testament
in zijn huis der Lange Gasthuisstraat. De man was « wel te
pas; r, doch zijne vrouw lag ziek te bed, en daarom werd de
notaris ontboden. Eerst op den 211 Juli 1674 blies de kranke
den laatsten adem uit. Haar weduwenaar, alhoewel reeds bij
de zestig, maakte op 18 Maart 1675 nog huwelijksvoorwaar-
den met de jonge dochter Catharina Rijsheuvels, welke hij
drie dagen later in de hoofdkerk huwde. Van dan af werd
het levenseinde van den gevierden kunstenaar smartelijk. De
krachten begaven hem. Reeds van den i5n Augustus 1682 lag
hij zoo ziek te bed, dat hij schier zijn handteeken niet meer
kon stellen. Echter waren zijne laatste gedachten nog voor de
kunst. Hij deed zijn aandeel bestadigen in vijf schilderijen,
bevattende de Historie van den Keizer Decius, door
Antoon van Dijck opgeschilderd in de schetsen van Rubens.
Alhoewel de meester ook eenige dagen later op de zieksponde
zijnen uitersten wil deed kennen, zoo had hij toch nog
een gewichtig gewrocht op den ezel staan. De Schilders-
Kamer had, na achttien jaren pleitens, haar geding, over het
recht van fvrijdom van de burgerwacht, tegen de zes Gewa-
pende Gilden op 3 Augustus 1680 gewonnen, dank aan de
tusschenkomst van Gonzales Coques, die op 18 September
1(579 ten tweedenmale tot Deken was verkozen, ten einde
zijnen invloed aan het Hof te kunnen doen gelden. Ook Jan
van Bavegom, procureur van den Raad van Brabant te
Brussel, waar het geschil vereffend was, had veel bijgedragen
om het recht der kunstenaars te handhaven. Uit erkentenis
beloofden zij den rechtsgeleerde eene Kunstkamer,
waarin al onze voornaamste schilders miniatuur-tafereeltjes
zouden malen, en Gonzales Coques zou er de figuren bij
 
Annotationen