Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1018

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
ioo6 Vijandelijkheden tegen David Teniers II

eigen voordeel aldus geschiedde. ;Toen hun goedhartige va-
der alles in der minne wilde schikken, werden zij het oneens
onder elkander. Ten laatste zou het familiegeschil verande-
ren in een langdurig proces, dat heel het levenseinde huns
vaders vergalde.

Met zijne Brusselsche kunstmakkers geraakte de groote
Teniers insgelijks in oneenigheid. Echter werd ook deze
vijandelijkheid hem zonder grond aangedaan doorwezentlijke
ondankbaren. Als Hofschilder en Ayuda de camara der Land-
voogden, was Teniers niet gehouden lid te worden van welke
vereeniging ook. Niettemin liet hij zich, ten jare 1675,
inschrijven bij de Brusselsche Sint Lucasgilde, welke hij
daarbij nog mild beschonk en vereerde met eenen verguld-
zilveren beker, waarin zijn naam stond gegraveerd. Dat be-
lette toch niet, dat zijne vakgenooten jaloersch waren over zijn
talent of althans hem zijnen voorspoed benijdden. Naarmate
Teniers verouderde en het schilderen hem niet meer zoo vlug
van der hand ging, begon hij meer handel in schilderijen te
drijven. Om dit op grooten voet te doen, hield hij zelfs
verscheidene openbare veilingen. Reeds van in 1666 hadden
de Brusselsche schilders hem dit gerechtelijk belet; doch, na
vier jaren pleitens, werd zijn recht van openbaarlijk verkoo-
pen erkend, krachtens een daartoe verkregen oorlof van 10
Juni 1664, dat een Ouderman der Gilde, Gillis van Tilburg,
zijn gewezen leerling, hem verschafte. Nu weer deed Teniers
in den zomer van 1683 te Brussel en in vele andere Neder-
landsche en vreemde steden deze afkondiging aanplakken :

« Schoone ende rare schilderijen te koope.

Men laet een-ieghelijck weten, dat men, op den 1911 Julii
van dit jaer i683, sal verkoopen, ten huyse van Mijn-Heer
 
Annotationen