io36 Anton Gheringh. Simon van Douw
scher was. Niettemin schijnt hij in onze stad ter studie te zijn
geweest, en dit wel bij Peter Neefs I. Althans maalde hij
geheel in diens trant, ofschoon niet zoo keurig of uitvoerig.
In de kerkmeesterskamer der Sint Pauluskerk bevindt zich
van hem een Binnenzicht der Sinte Walburgiskerk
van Antwerpen ; doch het is bij de herstelling bedorven.
In het Belvedère van Weenen prijkt een Binnenzicht der
Antwerpsche Jezuïetenkerk, geteekend : AGheringh
a° 1665. Ook in het museum van Munchen en in dat van
Dresden hangt het Binnenzicht eener Kerk, met des
kunstenaars naam, het eerste 1663 en het tweede 1664 gemerkt.
Gheringh werd in 1662 vrijmeester onzer Schilders-
Kamer. Hij huwde Juliana Boderijn, die hem op 12 October
1663 eenen zoon, Melchior Antoon, en op 4 April i66j eenen
tweeden zoon, Jan Honorius, schonk. De schilder Peter Gijsels
wras peter over het eerste kind en de vader werd in de doopboe-
ken aangeschreven als « Anthonius Gunter Gheringh » en « Ge-
rinck, » Gelijk onze andere kerkschilders, deed de man slechte
zaken. Uit nood maalde hij gebouwen in de tafereelen onzer
zedenschilders. Ten jare 1668 stierf hij zoo arm, dat zijne
weduwre de doodschuld aan Sint Lucasgilde niet kon betalen.
Ook Simon van Douw, die omstreeks i63o werd geboren
en op 8 April 1654 vrijmeester onzer Schilders-Kamer werd,
maalde paardenmarkten en ruitergevechten in landschappen.
In de verledene eeuw verkocht men van hem : te 'sGraven-
hage, in 1713 : een Gevecht tusschen Spanjaards en
Turken, voor 34 gulden; te Antwerpen, in 1754 : eene
Paardenmarkt voor 36 gulden, en in 1764 eene andere
Paarden- en Veemarkt met Volk, voor 160 gulden.
Thans kennen wij van hem nog slechts : een Ruit er ge-
scher was. Niettemin schijnt hij in onze stad ter studie te zijn
geweest, en dit wel bij Peter Neefs I. Althans maalde hij
geheel in diens trant, ofschoon niet zoo keurig of uitvoerig.
In de kerkmeesterskamer der Sint Pauluskerk bevindt zich
van hem een Binnenzicht der Sinte Walburgiskerk
van Antwerpen ; doch het is bij de herstelling bedorven.
In het Belvedère van Weenen prijkt een Binnenzicht der
Antwerpsche Jezuïetenkerk, geteekend : AGheringh
a° 1665. Ook in het museum van Munchen en in dat van
Dresden hangt het Binnenzicht eener Kerk, met des
kunstenaars naam, het eerste 1663 en het tweede 1664 gemerkt.
Gheringh werd in 1662 vrijmeester onzer Schilders-
Kamer. Hij huwde Juliana Boderijn, die hem op 12 October
1663 eenen zoon, Melchior Antoon, en op 4 April i66j eenen
tweeden zoon, Jan Honorius, schonk. De schilder Peter Gijsels
wras peter over het eerste kind en de vader werd in de doopboe-
ken aangeschreven als « Anthonius Gunter Gheringh » en « Ge-
rinck, » Gelijk onze andere kerkschilders, deed de man slechte
zaken. Uit nood maalde hij gebouwen in de tafereelen onzer
zedenschilders. Ten jare 1668 stierf hij zoo arm, dat zijne
weduwre de doodschuld aan Sint Lucasgilde niet kon betalen.
Ook Simon van Douw, die omstreeks i63o werd geboren
en op 8 April 1654 vrijmeester onzer Schilders-Kamer werd,
maalde paardenmarkten en ruitergevechten in landschappen.
In de verledene eeuw verkocht men van hem : te 'sGraven-
hage, in 1713 : een Gevecht tusschen Spanjaards en
Turken, voor 34 gulden; te Antwerpen, in 1754 : eene
Paardenmarkt voor 36 gulden, en in 1764 eene andere
Paarden- en Veemarkt met Volk, voor 160 gulden.
Thans kennen wij van hem nog slechts : een Ruit er ge-