DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1056
1044 Peter van Loon
historieschildering, zooals wij verder zullen zien. Hij werd
den 19/1 Mei 1600, als zoon van Willem en van M ar ga r et ha
Ingenhoven, in de hoofdkerk over de doopvont geheven door
Joos Teniers, en het is wel mogelijk, dat hij bij een lid der fa-
milie zijns peters het schilderen leerde.Ten jare 1631 bewoonde
Peter van Loon het huis Jonas, nummer 8, in de Lombaard-
straat ; doch korts daarna erfde hij zijn ouderlijk huis, nummer
2 der Orgelstraat, waarin hij zich voorgoed vestigde. Daar
verleed hij, als oude jongman en ziek zijnde, op 27 Augustus
i652, een testament, waarin hij het verlangen uitdrukte bin-
nen Sint Michielskerk begraven te worden. Hij maakte aan
den arme 400 gulden, aan Sint Joriskerk 25 gulden; aan den
kunstmakker Jan van Balen al zijne papieren, teekeningen
en printen ; aan Jan Gilleberts een Mariabeeld, op paneel,
en aan zijn petekind, Peter Gilleberts : « het beste stuck
schilderije van sijn handt gemaeckt, wesende een Vrouw-
ken in Overspel, op paneel. » Door zijne codicillen van
22, 26 en 27 Juli 1660 liet hij elk der kinderen van zijnen
neef, Jan Gilleberts, éene zijner schilderijen kiezen. Hunnen
vader en diens broeder Jacob gaf hij zijn huis met al zijne
renten, schilderijen, printen en juweelen, met den last van
hem, zoo lang hij nog leefde, jaarlijks 400 gulden uit te kee-
ren, hem na zijne dood te begraven en den arme 400 gulden
af te tellen. Onze kunstenaar mocht niet ééns zijne lijfrent
ontvangen. Hij stierf reeds den 7" Augustus 1660.
Kasper van Eyck was de oudere broeder van den zeden-
schilder Nicolaas van Eyck I, en werd den 6n Februari 1613
over de doopvont onzer hoofdkerk geheven. Volgens den
Liggere onzer Sint Lucasgilde ging hij den 8" September 1625
het schilderen leeren bij Andries van Eertvelt, en in 1633
historieschildering, zooals wij verder zullen zien. Hij werd
den 19/1 Mei 1600, als zoon van Willem en van M ar ga r et ha
Ingenhoven, in de hoofdkerk over de doopvont geheven door
Joos Teniers, en het is wel mogelijk, dat hij bij een lid der fa-
milie zijns peters het schilderen leerde.Ten jare 1631 bewoonde
Peter van Loon het huis Jonas, nummer 8, in de Lombaard-
straat ; doch korts daarna erfde hij zijn ouderlijk huis, nummer
2 der Orgelstraat, waarin hij zich voorgoed vestigde. Daar
verleed hij, als oude jongman en ziek zijnde, op 27 Augustus
i652, een testament, waarin hij het verlangen uitdrukte bin-
nen Sint Michielskerk begraven te worden. Hij maakte aan
den arme 400 gulden, aan Sint Joriskerk 25 gulden; aan den
kunstmakker Jan van Balen al zijne papieren, teekeningen
en printen ; aan Jan Gilleberts een Mariabeeld, op paneel,
en aan zijn petekind, Peter Gilleberts : « het beste stuck
schilderije van sijn handt gemaeckt, wesende een Vrouw-
ken in Overspel, op paneel. » Door zijne codicillen van
22, 26 en 27 Juli 1660 liet hij elk der kinderen van zijnen
neef, Jan Gilleberts, éene zijner schilderijen kiezen. Hunnen
vader en diens broeder Jacob gaf hij zijn huis met al zijne
renten, schilderijen, printen en juweelen, met den last van
hem, zoo lang hij nog leefde, jaarlijks 400 gulden uit te kee-
ren, hem na zijne dood te begraven en den arme 400 gulden
af te tellen. Onze kunstenaar mocht niet ééns zijne lijfrent
ontvangen. Hij stierf reeds den 7" Augustus 1660.
Kasper van Eyck was de oudere broeder van den zeden-
schilder Nicolaas van Eyck I, en werd den 6n Februari 1613
over de doopvont onzer hoofdkerk geheven. Volgens den
Liggere onzer Sint Lucasgilde ging hij den 8" September 1625
het schilderen leeren bij Andries van Eertvelt, en in 1633