Jacob van Es
1109
door Jan Meyssens geschilderd en door Wen zei Hollar
gegraveerd, staat gesneden, dat hij in onze stad werd geboren ;
doch andere getuigschriften van zijnen Antwerpschen oor-
sprong zijn nog niet kunnen ontdekt worden. De doopakt
van 1 5 October 1606, aangegeven als het geboortebewijs van
onzen meester, is een verkeerde. De toen over de vont gehe-
ven Jacob van Essen, zoon van Jan en van Joanna de
Winckeleers, werd eerst ten ja re 1621 leerling-beeldhouwer
bij den vermaarden antieksnijder Otmaar van Ommen,
terwijl onze stillevenschilder reeds in het begin van 1617
op den Liggere onzer Sint Lucasgilde staat ingeschreven als
vrijmeester-schilder, onder den naam - Jacob Fossens van
Essen. » In notariëele akten teekent onze meester ook
« Jacob Fopsen van Es, » en later eenvoudig « Jacob van Es. »
Daarin ligt het bewijs, dat hij zoon was van zekeren Fop 1
van Es. Als men nagaat, dat de kunstenaar in 1617 zijn vrij-
meesterschap verwierf en dus ongeveer twintig jaren moest
tellen, dan komt men tot de natuurlijke gevolgtrekking, dat-
hij omstreeks 1596 moet ter wereld zijn gekomen.
Jacob van Es staat in den Liggere onzer Gilde niet als
leerling aangeteekend. Dat geeft het recht te veronderstellen,
dat hij buiten Antwerpen zijne studiën deed. Toen hij ten jare
1617 in onze stad zijn vrijmeesterschap kwam koopen, was hij
1 De Friesche voornaura Fop, Foppe cn Fosse is in het Latijn Fabianus. — Bij bet
opstellen van de doopakten der kinderen van onzen meester, schreef men zijne namen:
Jacob Fopse van Esch; Jacob Fopsen van Essen; JacobusFop van Essen en Jacobus Fopsen
van Es. In oude Antwerpsche kunstverzamelingen vinden wij denamen van onzen schilder
bij de titels zijner tafereelen geschreven als volgt; 1635 : Een stuck schilderij gemaeckt
bij Fops van Essche, wesende eenen Carpel in een eerde Schotel; 16i2 :
een Schotel met Druiven van Focx; 1653 : een Fruytagie van van Essen;
1668 : een schilderije sijnde een Lampet met fijnen Pot ende vergulde
Schroef, coperen Coelback, &a, van Fops van Esch; 1688 : een schilderijken
F ruy ten van van Es.
1109
door Jan Meyssens geschilderd en door Wen zei Hollar
gegraveerd, staat gesneden, dat hij in onze stad werd geboren ;
doch andere getuigschriften van zijnen Antwerpschen oor-
sprong zijn nog niet kunnen ontdekt worden. De doopakt
van 1 5 October 1606, aangegeven als het geboortebewijs van
onzen meester, is een verkeerde. De toen over de vont gehe-
ven Jacob van Essen, zoon van Jan en van Joanna de
Winckeleers, werd eerst ten ja re 1621 leerling-beeldhouwer
bij den vermaarden antieksnijder Otmaar van Ommen,
terwijl onze stillevenschilder reeds in het begin van 1617
op den Liggere onzer Sint Lucasgilde staat ingeschreven als
vrijmeester-schilder, onder den naam - Jacob Fossens van
Essen. » In notariëele akten teekent onze meester ook
« Jacob Fopsen van Es, » en later eenvoudig « Jacob van Es. »
Daarin ligt het bewijs, dat hij zoon was van zekeren Fop 1
van Es. Als men nagaat, dat de kunstenaar in 1617 zijn vrij-
meesterschap verwierf en dus ongeveer twintig jaren moest
tellen, dan komt men tot de natuurlijke gevolgtrekking, dat-
hij omstreeks 1596 moet ter wereld zijn gekomen.
Jacob van Es staat in den Liggere onzer Gilde niet als
leerling aangeteekend. Dat geeft het recht te veronderstellen,
dat hij buiten Antwerpen zijne studiën deed. Toen hij ten jare
1617 in onze stad zijn vrijmeesterschap kwam koopen, was hij
1 De Friesche voornaura Fop, Foppe cn Fosse is in het Latijn Fabianus. — Bij bet
opstellen van de doopakten der kinderen van onzen meester, schreef men zijne namen:
Jacob Fopse van Esch; Jacob Fopsen van Essen; JacobusFop van Essen en Jacobus Fopsen
van Es. In oude Antwerpsche kunstverzamelingen vinden wij denamen van onzen schilder
bij de titels zijner tafereelen geschreven als volgt; 1635 : Een stuck schilderij gemaeckt
bij Fops van Essche, wesende eenen Carpel in een eerde Schotel; 16i2 :
een Schotel met Druiven van Focx; 1653 : een Fruytagie van van Essen;
1668 : een schilderije sijnde een Lampet met fijnen Pot ende vergulde
Schroef, coperen Coelback, &a, van Fops van Esch; 1688 : een schilderijken
F ruy ten van van Es.