Van den Branden, Frans Jozef Peter: Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool (Antwerpen, 1883)

Hij sterft als jongman 1125

Toen hij daar zijne ouders had verloren, leefde hij met zijne
oude tante, Anna van Tetelroy, als jongman en in welstand.
Den 5n Mei 1688 lag hij ziek te bed in zijn eigen huis « den
Rooden Leeuw » in de Lombaardstraat. Zijn sterfuur was
eventwel nog niet geslagen. Op 12 Mei 1689 verleed hij,
« redelijck te pas wesende, » een ander testament, en daarin
schonk hij onder andere eenen door hem gemaalden Nood
Gods aan de weduwe zijns broeders, Kasper van Buken.
Zijn gezondheidstoestand moet vervolgens nog verbeterd
zijn ; want in 1690 kwam Jan Baptist van Beveren in zijn
werkhuis de kunststudiën beginnen. Nauwelijks had echter
die kweekeling zijnen leertijd voleindigd, of de meester viel
andermaal ziek, en hij stierf des morgends korts na midder-
nacht van den 6n Februari 1694.

nsbbBff Joorbejëfjjj^ï issno tecpo^qo . ob n/<, ' I

-[id,aifj fialrmlq abnsïaold aiobiidoe onobhdozyjv "'"^ Cl
Inb&n tiCBfn ; blBBtnag tiohoioÏBïöfirmdni i 1: <v 1 1,

3 v i 1 3 ■ . .

ȣ

- .

■

;1BW;1 tBBf