Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1290

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
1278

Vernietiging van kunstgewrochten

nandusboog door Theodoor van Thulden, terwijl in de
Munt ook Rubens'schetsen der voor-en achterzijde van den
Peruaanschen Zilverberg Potosi werden aangeslagen.

Nauwelijks was nu deze reeks van meesterstukken naar
Parijs gebracht, of Antwerpen onderging de snoodste der
kunstschennissen. Op ons stadhuis prijkten de geschilderde
portretten van bijna al de Vorsten, die over ons regeerden, en
vele dezer zouden óf verscheurd, öf verbrand worden. Onze
toenmalige Schouteth Jan Frans Wauters, die in eene der
zalen van het stadhuis gehoor verleende, verzocht, bij brieve
van 21 November 1794, aan het Collegie, dat men « de
figuren, welke zijn bureel verpesten, » zou wegnemen, om in
hunne plaats de driekleurige vlag te hangen. Oogenblikkelijk
werd er aan zijn verzoek voldaan, door de vernietiging
van verscheidene tafereelen, welke wij door onze portret-
schilders zagen vervaardigen. Echter was dit maar het begin
van het wandalenwerk, dat den 3on November 1794 zou
plaats grijpen. Dien dag, volgens de nieuwe republikeinsche
tijdrekening den 1011 Frimaire jaar III, werd te Antwerpen
de decade of week van tien dagen ingevoerd, door het vieren
van den eeredienst der Rede, binnen de kerk der Lieve-
Vrouwenbroeders, die twee dagen te voren, ten vijf uren des
namiddags, uit hun klooster waren gezet. Op dit burgerfeest
zou men voor goed afbreken met den « slaventijd. » Daarom
dienden èn de marteltuigen der tyrannij, èn de kenteekens
der dwingelanden te worden vernietigd. De koopman E. de
Pineda, substituut van den Agent National, werd door onze
republikeinsche Municipaliteit afgevaardigd, om op de koor
der hoofdkerk al de op paneel en doek geschilderde en drie
eeuwen oude blazoenen der Guldenvliesridders weg te
 
Annotationen