Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0470

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
458

Jan Brenghel II in hoogen ouderdom

Jan Baptist 1 werden allen schilders. Uit de doopakten
dezer kinderen blijkt, dat hunne ouders beurtelings de pa-
rochiën Sint Joris, Sint Jacobs en Onze-Lieve-Vrouwe be-
woonden. Op 28 September 1640 huurde vader Breughel, voor
drie maanden, ten prijze van 27 gulden, een huis « het Rams-
hoofd » in de Schuttershofstraat, thans nummer 38b'\ Vervol-
gens huurde hij een groot achterhuis, « de Vogelenzang, » met
hof en werkhuis, in de Kolveniersstraat. 2 Daar maakte hij op
11 Maart 1668 een wederzijdsch testament met zijne zieke
gade, die weinige dagen later overleed. 3 Jan Breughel over-
leefde haar nog geruimen tijd. Hij beoefende de kunst tot in
zeer hoogen ouderdom. Op Zaterdag 8 October 1672 hield
men in Sint Lucasgilde eene bestuurvergadering, die nog al
onstuimig afliep. De Schilders-Kamer zat in schulden. Wei-
nige dagen te voren was de doodschuld van 40 op 100 gulden
gebracht, en nu aanvaardde men eenen borduurwerker, Jan
Beunie, zonder inkom- of jaargeld, onder voorwendsel dat hij
arm was. Daaruit ontstond er twist tusschen de Oud-Dekens
Jan Breughel en Peter van Brekeveldt, borduurwerker,
die onzen ouden kunstenaar derwijze in het oog kwetste, dat
hij niet meer schilderen kon en voor dit verlet eene schade-
loosstelling eischte. Den 23n Maart 1678 getuigt de zeven en

Peter en Philips als « constschilder » vermeld in notariëele akten van 29 Juni en 5
Juli 1662.

1 Jan Baptist Breughel, gedoopt op 26 December 1647, ging naar Italië en verbleef
vooral te Napels, waarom hij « de Napelsche Breughel » werd geheeten. Te Rome ont-
ving hij bovendien den bentnaam « Meleagro. d In het museum van Turijn prijkt op zij-
nen naam een fraai tafereel : Schotel met Vijgen en Brood. — Een andere zoon
van den jongen Jan Breughel, Frans genaamd, trad ten jare 1662, op twintigjarigen ou-
derdom, als religieus in het klooster van Groenendaal.

2 Dit achterhuis met hof en schilderkamer bevindt zich nog aldaar achter num-
mer 3. Het werd in onzen tijd bewoond door de kunstschilders Jan Swerts en Godfried
Guffens.

3 Protocollen van den notaris Bartholomeus van der Linden, 1668-69.
 
Annotationen