DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0474
462
Zijne ontijdige dood
hem den Zeeridder en het daarnaast gelegen huis den Gulden
Leeuw. Deze eigendommen ondergingen aanzienlijke veran-
deringen ter vergrooting en verfraaiing van het huis den Zee-
ridder, (nummer 59) dat onze schilder tot woon- en werkplaats
koos. Zijne gade schonk hem daar twee dochters. Hij
hoopte er nog vele heilvolle dagen te slijten en talrijke kunst-
stukken te kunnen vervaardigen; doch het noodlot besliste
anders. De haastige ziekte, welke nog immer heerschte, rukte
hem op 9, en zijne vrouw op i3 September 1626 uit het leven.
Abraham Goyvaerts was op 10 September 1622 benoemd ge-
weest tot Deken der Schilders-Kamer ; en, daar hij ook lid was
harer Rederijkkamer de Violier, zoo werd zijn lijk gedragen
door de personagiën of tooneelspelers dier afdeeling, terwijl
heel het bestuur der Gilde en al hare leden den getroffen
kunstmakker vergezelden tot aan zijn graf in Sint Joris; De
staat van het sterfhuis des schilders bewijst, hoe hoog zijn
welstand reeds was geklommen. In openbare veiling brachten
zijne meubelen en huisraad 2370 gulden en 2 stuivers op.
Zijne juweelen, zilverwerk, schilderijen en kunstvoorwer-
pen golden 455o gulden 3 stuivers. De dood trof den zeven
en dertig-jarigen kunstenaar, terwijl hij nog tal van tafereel en
had ontworpen. Om ze te voltooien, werd de hulp ingeroepen
van de schilders Kasper Adriaenssens, Nicolaas Aertsens,
Antoon Bellieur, Kasper van der Lanen, Peter Meulevelt en
Jan Viers. Ambrosius Francken II ontving i5 gulden voor
het stoffeeren van vijf schilderijkens, de Vijf Zinnen, en 45
gulden 16 stuivers voor het stoffeeren van zeven Land-
schappen. Voor dergel i j k en arbeid aan andere Landschap-
pen ontving Frans Francken II 6 gulden, Hans Jordaens
5 gulden en Jacob Spaeingaert 58 gulden 10 stuivers, 1
1 Weeskamer der stad Antwerpen, 30 Juli 1029.
Zijne ontijdige dood
hem den Zeeridder en het daarnaast gelegen huis den Gulden
Leeuw. Deze eigendommen ondergingen aanzienlijke veran-
deringen ter vergrooting en verfraaiing van het huis den Zee-
ridder, (nummer 59) dat onze schilder tot woon- en werkplaats
koos. Zijne gade schonk hem daar twee dochters. Hij
hoopte er nog vele heilvolle dagen te slijten en talrijke kunst-
stukken te kunnen vervaardigen; doch het noodlot besliste
anders. De haastige ziekte, welke nog immer heerschte, rukte
hem op 9, en zijne vrouw op i3 September 1626 uit het leven.
Abraham Goyvaerts was op 10 September 1622 benoemd ge-
weest tot Deken der Schilders-Kamer ; en, daar hij ook lid was
harer Rederijkkamer de Violier, zoo werd zijn lijk gedragen
door de personagiën of tooneelspelers dier afdeeling, terwijl
heel het bestuur der Gilde en al hare leden den getroffen
kunstmakker vergezelden tot aan zijn graf in Sint Joris; De
staat van het sterfhuis des schilders bewijst, hoe hoog zijn
welstand reeds was geklommen. In openbare veiling brachten
zijne meubelen en huisraad 2370 gulden en 2 stuivers op.
Zijne juweelen, zilverwerk, schilderijen en kunstvoorwer-
pen golden 455o gulden 3 stuivers. De dood trof den zeven
en dertig-jarigen kunstenaar, terwijl hij nog tal van tafereel en
had ontworpen. Om ze te voltooien, werd de hulp ingeroepen
van de schilders Kasper Adriaenssens, Nicolaas Aertsens,
Antoon Bellieur, Kasper van der Lanen, Peter Meulevelt en
Jan Viers. Ambrosius Francken II ontving i5 gulden voor
het stoffeeren van vijf schilderijkens, de Vijf Zinnen, en 45
gulden 16 stuivers voor het stoffeeren van zeven Land-
schappen. Voor dergel i j k en arbeid aan andere Landschap-
pen ontving Frans Francken II 6 gulden, Hans Jordaens
5 gulden en Jacob Spaeingaert 58 gulden 10 stuivers, 1
1 Weeskamer der stad Antwerpen, 30 Juli 1029.