Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0486

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
474

Marien Pepijn

De begaafde man verloor op 19 April i63g zijne gade, en
juist eene maand later zijn eenig kind, Barbara. Den 1911 Mei
1647 volgde hij hen in de eeuwigheid. Hij werd bij zijne
vrouw en zijne dochter begraven in de koor der Onze-Lieve-
Vrouwen-Broeders, en de geschilderde afbeeldsels der drie
overledenen werden in hun zwart marmeren grafteeken
geplaatst. 1

In de groote historieschildering onderscheidden zich toen
ook Marten Pepijn en Abraham Janssens. De eerste werd in
onze hoofdkerk gedoopt op 21 Februari 1575. Hij wras zoon
van Willem Pepijn, eenen oud-kleerkooper, die in zijn huis,
op de Vrijdagmarkt (nummer 11), als roeper openbare verkoo-
pingen hield van roerende en onroerende goederen. Tusschen
de eerste bevonden zich dikwijls oude schilderijen, welke
vader Pepijn ook wel uit der hand aan den man bracht.
Daarom moest hij zich, ten jare 15g3, bij onze Sint Lucas-
gilde, als kunstkoopman laten inschrijven. Het is waarschijn-
lijk, dat die handel in tafereelen bij den jongen Pepijn de nei-
ging voor het beoefenen der schilderkunst heeft doen geboren
worden. Dat hij bij iemand in de leer zij gegaan, staat nergens
geboekt, en toch werd hij ten jare 1600 als meesterszone bij
onze vrijschilders opgenomen. Aan den trant en de wijze van
uitvoeren zijner werken is het niet mogelijk te raden, bij wel-
ken meester Marten Pepijn ter schole ging. Vergeleken met
de gewrochten zijner tijdgenooten, schijnen zijne tafereelen tot
een veel vroeger tijdperk te behooren. Waar en hoe hij zich
dien ouderen kunststempel had eigen gemaakt, is niet te verkla-

1 Verzameling der Graf- en Gedenkschriften van de Provincie Antwerpen, D. F,
blz. 275.
 
Annotationen