Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0659

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Het voorzitterschap der Sint Lucas gilde

647

Nu de Sint Lucasgilde zoo hoog in aanzien steeg, werd
daardoor de trots der Dekens opgewekt, en er ontstond een
bitsige twist nopens het recht van voorgang in stoeten, het
voorzitten der vergaderingen en het eerst voeren van het
woord. Het oud gebruik wTas, dat er altoos verscheidene per-
sonen het bestuur der Gilde uitmaakten. Deze groep noemde
men den Dienenden en den Ouden Eed. Daarvan maakten
niet enkel deel de beide laatstaangestelde, maar ook al de
vroeger gediend hebbende Dekens. Jaarlijks koos de Stad,v
omstreeks het einde van September, eenen nieuwen Deken,
die dan nog maar diende als Bij-Deken en eerst het volgende
jaar Hoofd-Deken werd, als hij op Sint Lucasdag de groote
maaltijd had gegeven. Het jaar nadien gaf hij zijn afscheids-
banket of « knor », en dan daalde hij weer tot den rang van
Ouderman der Gilde. De Hoofd-Deken was nooit de eigentlij ke
Voorzitter der Schilders-Kamer. Hij bleef de bestuurder, de
toezichter en verantwoordelijke rekenmeester der vereeniging ;
doch tot het voorzitten, het voorgaan en het voeren des woords
in de bestuurvergaderingen koos hij gewoonlijk den Ouder-

delden hem veeleer als eenen vriend of vader, dan als eenen dienaar. Vaak wisten zij
hem te helpen en te troosten, wanneer eene ramp hem op het grijze hoofd stortte. En dat
gebeurde niet zelden. Zijne gade, Anna van Haecht, baarde hem vier kinderen, en op
zijnen eerstgeborene' die, als hij, Abraham werd geheeten, berustte al zijne hoop; want
hij toonde aanleg voor de kunst. De jongen werd inderdaad schilder, maar tevens een
guit van de ergste soort. In plaats van de vreugd en de trots des vaders te zijn, werd hij
dezes verdriet en schande. Op 7 Februari 1616, toen hij reeds elf jaren gehuwd was, zat
hij; met andere Bacchusvrienden, van 's middags tot zeven uren 's avonds, te drinken
in de taveerne « de Drij Reepkens, » in de Korte Gasthuisstraat. Andere dronkaards kwa-
men in de gelagkamer en er ontstond twist, gevolgd van een algemeen gevecht, waarin
Abraham Grapheus eenen messteek toebracht aan Ruth Manart. Voor dit misdrijf
aangehouden en veroordeeld, kon hij niet meer in vrijheid komen, dan tegen het betalen
eener schadeloosstelling aan den gewonde. Wat hij bezat was ontoereikend. Vader Gra-
pheus was evenmin bemiddeld; maar het bestuur der Schilders-Kamer had deernis met
het leed van zijnen braven grijzen knaap en opende voor de verlossing van den ontaarden
zoon eene inschrijving, die 115 gulden 17 stuivers opbracht.
 
Annotationen