DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0667
Adam de Cos ter
655
ontving, moeten wij tusschen onze Antwerpsche meesters
laten optreden, omdat hij geheel zijn kunstenaarsleven in onze
stad heeft doorgebracht. Hij was zoon van Jan de Goster en
Glara van der Borcht, die goederen bezaten, zoo binnen als
buiten Mechelen en te Capellen in de Raemdonck, bij Brussel.
Reeds in 1608 deed onze Mechelaar zijne intrede bij de
Antwerpsche Sint Lucasgilde. Hij onderscheidde er zich
derwijze, dat Antoon van Dijck zijn portret maalde, hetwelk,
door Peter de Jode gegraveerd, tusschen de afbeeldsels onzer
beroemde mannen werd uitgegeven. De vermaarde plaatsnij-
der Lucas Emilius Vosterman bewees Adam de Coster ook
de eer van een zijner tafereelen : een Concert, in print te
vermenigvuldigen. Onze schilder behandelde de gewijde
geschiedenis, het portret en de volksschildering, waarin hij de
effecten van het kaarslicht aanbracht. De keus zijner onder-
werpen en hunne samenstellingen waren voortreffelijk. Hij
teekende goed en bezat een rijk en krachtig koloriet. Op 27
Januari 1627, deed hij voor notaris de verklaring, dat hij in
drie maanden eigenhandig de volgende schilderijen maalde :
Diogenes de Wijsgeer, een Crusifïx, Sint Francis-
cus bij eene met Boeken overdekte Tafel, Sint
Franciscus met den Engel, Sint Petrus door eenen
Engel uit den Kerker geleid, eene Sinte Jerosina-
en Sint Petrus die Christus verloochent. Al die
tafereelen zijn nu zoek geraakt. Slechts twee gewrochten
van Adam de Coster zijn nog gekend. Beide zijn met
lichteffect. Het eene, Judith en hare Dienstmaagd, na
de onthoofding van Holofernes, prijkt in het museum
van Madrid; het andere een zingend Jong Paar, dat
bij het licht een muziekboek houdt, bevindt zich in de galerij
655
ontving, moeten wij tusschen onze Antwerpsche meesters
laten optreden, omdat hij geheel zijn kunstenaarsleven in onze
stad heeft doorgebracht. Hij was zoon van Jan de Goster en
Glara van der Borcht, die goederen bezaten, zoo binnen als
buiten Mechelen en te Capellen in de Raemdonck, bij Brussel.
Reeds in 1608 deed onze Mechelaar zijne intrede bij de
Antwerpsche Sint Lucasgilde. Hij onderscheidde er zich
derwijze, dat Antoon van Dijck zijn portret maalde, hetwelk,
door Peter de Jode gegraveerd, tusschen de afbeeldsels onzer
beroemde mannen werd uitgegeven. De vermaarde plaatsnij-
der Lucas Emilius Vosterman bewees Adam de Coster ook
de eer van een zijner tafereelen : een Concert, in print te
vermenigvuldigen. Onze schilder behandelde de gewijde
geschiedenis, het portret en de volksschildering, waarin hij de
effecten van het kaarslicht aanbracht. De keus zijner onder-
werpen en hunne samenstellingen waren voortreffelijk. Hij
teekende goed en bezat een rijk en krachtig koloriet. Op 27
Januari 1627, deed hij voor notaris de verklaring, dat hij in
drie maanden eigenhandig de volgende schilderijen maalde :
Diogenes de Wijsgeer, een Crusifïx, Sint Francis-
cus bij eene met Boeken overdekte Tafel, Sint
Franciscus met den Engel, Sint Petrus door eenen
Engel uit den Kerker geleid, eene Sinte Jerosina-
en Sint Petrus die Christus verloochent. Al die
tafereelen zijn nu zoek geraakt. Slechts twee gewrochten
van Adam de Coster zijn nog gekend. Beide zijn met
lichteffect. Het eene, Judith en hare Dienstmaagd, na
de onthoofding van Holofernes, prijkt in het museum
van Madrid; het andere een zingend Jong Paar, dat
bij het licht een muziekboek houdt, bevindt zich in de galerij