DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0920
9o8
Peter van Lint
welke hem nog drie dochters en twee zonen schonk. Terwijl
de vader voor dit talrijk kroost te zorgen had, kocht hij
nog renten en erven, en onder andere op 3i October 1647 °°k
« het Schaliënhuis » nummer 34 der Steenhouwersvest, dat
hij tot woonst verkoos. De Antwerpsche Regeering vond Cor-
nelis de Baellieur achtingswaardig genoeg, om hem op 17
September 1643 het dekenschap der Schilders-Kamer op te
dragen. Den i6n Mei 1671 verleed de vereerde meester met
zijne gade een testament, waarin hunne gehuwde dochter
Joanna Maria en hun zoon Pater Eugenius 100 gulden wer-
den gemaakt, terwijl hun andere zoon Cornelis, die schilder
was geworden, begiftigd werd met eenen diamanten ring en
eenen zilveren mostaardpot, een gansch opgetooid bed,
een dozijn fijne servetten en al des vaders printen, tee-
keningen, schetsen en schildersgerief. De vier en zestig-
jarige Cornelis de Baellieur overleed op 26 Juli 1671 in
zijn huis der Steenhouwersvest en werd binnen Sint
Jacobskerk in het graf zijner eerste gade bijgezet.
Aan de werken van Peter van Lint is het zichtbaar dat
hij den Oppermeester bestudeerde. Hij werd den 2811 Juni
1609 in onze Sint Joriskerk ten doop geheven. Zijn vader
was Peter van Lint en zijne moeder noemde zich Joanna
Mast. Over de jeugd van hunnen zoon is niets anders bekend,
dan wat hij zelf heeft aangeteekend in zijne eigene levens-
beschrijving, welke thans nog wordt bewaard door zijnen
afstammeling, Enrico van Lint, beeldhouwer te Pisa. Onze
jonge schilder schreef namelijk : « In 't jaer 1619, te Sinte
Merten (11 November) begost ic, Peter van Lint, het schilde-
ren te leeren (bij Roeland Jacobs) ende (ik) was toen tien jaer
en vier maenden en half.,..» Op Kersmis 1624 verloor de
Peter van Lint
welke hem nog drie dochters en twee zonen schonk. Terwijl
de vader voor dit talrijk kroost te zorgen had, kocht hij
nog renten en erven, en onder andere op 3i October 1647 °°k
« het Schaliënhuis » nummer 34 der Steenhouwersvest, dat
hij tot woonst verkoos. De Antwerpsche Regeering vond Cor-
nelis de Baellieur achtingswaardig genoeg, om hem op 17
September 1643 het dekenschap der Schilders-Kamer op te
dragen. Den i6n Mei 1671 verleed de vereerde meester met
zijne gade een testament, waarin hunne gehuwde dochter
Joanna Maria en hun zoon Pater Eugenius 100 gulden wer-
den gemaakt, terwijl hun andere zoon Cornelis, die schilder
was geworden, begiftigd werd met eenen diamanten ring en
eenen zilveren mostaardpot, een gansch opgetooid bed,
een dozijn fijne servetten en al des vaders printen, tee-
keningen, schetsen en schildersgerief. De vier en zestig-
jarige Cornelis de Baellieur overleed op 26 Juli 1671 in
zijn huis der Steenhouwersvest en werd binnen Sint
Jacobskerk in het graf zijner eerste gade bijgezet.
Aan de werken van Peter van Lint is het zichtbaar dat
hij den Oppermeester bestudeerde. Hij werd den 2811 Juni
1609 in onze Sint Joriskerk ten doop geheven. Zijn vader
was Peter van Lint en zijne moeder noemde zich Joanna
Mast. Over de jeugd van hunnen zoon is niets anders bekend,
dan wat hij zelf heeft aangeteekend in zijne eigene levens-
beschrijving, welke thans nog wordt bewaard door zijnen
afstammeling, Enrico van Lint, beeldhouwer te Pisa. Onze
jonge schilder schreef namelijk : « In 't jaer 1619, te Sinte
Merten (11 November) begost ic, Peter van Lint, het schilde-
ren te leeren (bij Roeland Jacobs) ende (ik) was toen tien jaer
en vier maenden en half.,..» Op Kersmis 1624 verloor de