Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0934

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
922

Jacob Peter Gouwi

kopij naar van Dijck « wesende een liggende Manneken
en sittende Vrouwken met eenige Cupidokens, »
en de oorspronkelijke « Cortisane » van Tiziano Vecellio.
Thomas Willeboirts, dien men op zijnen grafzerk den luister
van zijnen tijd noemde, overleed op 23 Januari 1654, toen
hij slechts veertig jaren telde. Zijn marmeren grafgedenk-
teeken werd versierd met zijn borstbeeld,door onzen beroem-
den Artus Quellin in wit marmer gehouwen.

Alhoewel geheel vergeten, zelfs nog tijdens zijn leven,
was Jacob Peter Gouwi ook een Antwerpsche schilder,
welke tot de School van Rubens behoorde. Hij werd ten jare
1633 als « Jacomo Pedro Gouwi, schilder» en leerende bij
Pauwel van Overbeeck, op den Liggere van Sint Lucasgilde
geschreven, en in 1637 werd hij vrijmeester onzer Schilders-
Kamer. De eenige werken,welke er van hem nog gekend zijn,
bevinden zich in het museum van Madrid en dragen den
naam des schilders. Het eene, ten onrechte lang aan Rubens
toegeschreven, toont de Titans die den Hemel bestor-
men; het andere : de Fabel van Hippomenes en
Atalente, schijnt eene navolging van den Italiaanschen
schilder Guido Reni ; het derde : de Val van den gevleu-
gelden Icarus, staat in den cataloog verkeerdelijk op
naam van den nergens gekenden schilder Joui. Van zoodra
Gouwi vrijmeester was geworden, woonde hij ten huize van
den Pastoor onzer Sinte Walburgiskerk, en leefde daar zoo
afgezonderd, dat er geen enkel spoor van zijnen handel en
wandel is overgebleven.

De Liggeren der Sint Lucasgilde vermelden drie Hen-
drikken van Herp, welke de schilderkunst beoefenden. Met
den eersten zullen wij ons thans niet bezig houden, daar
 
Annotationen