DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1063
Jan Peeters
io5i
Zooals wij zegden, leefde Catharina Peeters met haren
broeder Bonaventura. Na dezes dood bleef zij met haren
broeder Jan te Hoboken gevestigd. Aldaar verleden zij beiden
een wederzijdsch testament op 22 Augustus 1653. Het jaar
daarna kwam Jan Peeters terug naar Antwerpen wonen, en
weinigen tijd later volgde hem Catharina ook in onze stad.
Den 711 Januari 1676 sloten zij te zamen eene overeenkomst,
waarbij Catharina Peeters haar vermogen afstond, onder de
voorwaarde, dat men haar, gelijk het sinds lang gebeurde,
zou onderhouden en voeden ten huize haars broeders. Indien
onze kunstenares elders kost en woning koos, dan zou men
haar jaarlijks 120 gulden, of ineens 1200 gulden aftellen. De
scheiding schijnt echter geene plaats te hebben gehad. Onze
kunstenares moet eenige maanden later reeds zijn gestorven.
Jan Peeters, die op 24 April 1624 het levenslicht ontving,
ontwikkelde zijn aangeboren talent onder de leiding zijner
broeders Gillis en Bonaventura, in wier werkhuis hij zich,
ten jare 1641, kwam oefenen. Aan zijnen laatstgemelden
broeder was hij vooral veel verschuldigd; want hij werkte
geheel in zijne manier, zonder hem echter in talent te
evenaren. Ons museum bezit van Jan Peeters slechts een
Ijsvermaak op de toegevrozen Schelde voor Ant-
werpen. Het is een niet onverdienstelijk gewrocht; maar
om den meester naar waarde te schatten, moet men zijne zee-
stormen in oogenschouw nemen. Het museum van Stockholm
bewaart vier zijner Zeestormen, waarvan er twee gemerkt
zijn : J. P. In het museum van Darmstadt hangt van hem
eene Walvischvangst; te Cassel : eene Tropische
Kust met groot Schip, en eene Woelige Zee met
Schepen, geteekend : /. P. 1667; te Schwerin : een
io5i
Zooals wij zegden, leefde Catharina Peeters met haren
broeder Bonaventura. Na dezes dood bleef zij met haren
broeder Jan te Hoboken gevestigd. Aldaar verleden zij beiden
een wederzijdsch testament op 22 Augustus 1653. Het jaar
daarna kwam Jan Peeters terug naar Antwerpen wonen, en
weinigen tijd later volgde hem Catharina ook in onze stad.
Den 711 Januari 1676 sloten zij te zamen eene overeenkomst,
waarbij Catharina Peeters haar vermogen afstond, onder de
voorwaarde, dat men haar, gelijk het sinds lang gebeurde,
zou onderhouden en voeden ten huize haars broeders. Indien
onze kunstenares elders kost en woning koos, dan zou men
haar jaarlijks 120 gulden, of ineens 1200 gulden aftellen. De
scheiding schijnt echter geene plaats te hebben gehad. Onze
kunstenares moet eenige maanden later reeds zijn gestorven.
Jan Peeters, die op 24 April 1624 het levenslicht ontving,
ontwikkelde zijn aangeboren talent onder de leiding zijner
broeders Gillis en Bonaventura, in wier werkhuis hij zich,
ten jare 1641, kwam oefenen. Aan zijnen laatstgemelden
broeder was hij vooral veel verschuldigd; want hij werkte
geheel in zijne manier, zonder hem echter in talent te
evenaren. Ons museum bezit van Jan Peeters slechts een
Ijsvermaak op de toegevrozen Schelde voor Ant-
werpen. Het is een niet onverdienstelijk gewrocht; maar
om den meester naar waarde te schatten, moet men zijne zee-
stormen in oogenschouw nemen. Het museum van Stockholm
bewaart vier zijner Zeestormen, waarvan er twee gemerkt
zijn : J. P. In het museum van Darmstadt hangt van hem
eene Walvischvangst; te Cassel : eene Tropische
Kust met groot Schip, en eene Woelige Zee met
Schepen, geteekend : /. P. 1667; te Schwerin : een