De gezusters van Thielen 1133
Rigouts. Zijn vader was de edelman Liebrecht van Thielen,
heer van Couwenberg, welke titel onze bloemschilder ook
voerde. In zijn portret, dat Erasm Quellin maalde en
Richard Collin in plaat bracht, staat hij afgebeeld met
breeden met bont geboorden bandelier over de borst en eenen
degen aan de zijde, als bewijs zijns adeldoms. De ridder-
schilder trouwde in 1639, Francisca de Hemelaer, door welk
huwelijk hij de schoonbroeder werd van Erasm Quellin.
Van Thielen werd vader van negen kinderen, allen in Ant-
werpens hoofdkerk ten doop geheven. Drie zijner dochters
leerde hij de schilderkunst met zooveel onderscheiding
beoefenen, dat Cornelis de Bie hen in proza en in verzen
huldigde. Van de oudste, Maria Theresia, die op 17 Maart
1640 werd geboren en den 11 Februari 1706 als jongedochter
stierf, is ons een fraai geschikt en fijn gepenseeld Bloemstuk
bekend, dat in het museum van Mechelen prijkt met de
onderteekening : M. T. Van Thielen fecit 1664. Hare jon-
gere zusters, Anna Maria, geboren den in Januari 1642, en
Francisca Catharina, geboren den in October 1645, gingen
als religieuzen in het klooster van Muysen bij Mechelen; doch
wij hebben nog geen hunner gewrochten kunnen ontdekken.
Den 911 Maart 1660 deed hun vader zich als buiten-
poorter van Antwerpen aanschrijven, om met heel zijn gezin
naar Mechelen te trekken, waar hij den i4n October in de
schildersgilde als vrijmeester werd erkend. Korts nadien
overviel hem eene kwijnziekte, aan welke hij in 1667 bezweek.
Hij werd in de kerk van Boisschot, vier uren ten oosten van
Mechelen, begraven.
Het Madridsche museum bewaart eene prachtige Kroon
van Rozen waarop Vlinders azen, van Andries
Rigouts. Zijn vader was de edelman Liebrecht van Thielen,
heer van Couwenberg, welke titel onze bloemschilder ook
voerde. In zijn portret, dat Erasm Quellin maalde en
Richard Collin in plaat bracht, staat hij afgebeeld met
breeden met bont geboorden bandelier over de borst en eenen
degen aan de zijde, als bewijs zijns adeldoms. De ridder-
schilder trouwde in 1639, Francisca de Hemelaer, door welk
huwelijk hij de schoonbroeder werd van Erasm Quellin.
Van Thielen werd vader van negen kinderen, allen in Ant-
werpens hoofdkerk ten doop geheven. Drie zijner dochters
leerde hij de schilderkunst met zooveel onderscheiding
beoefenen, dat Cornelis de Bie hen in proza en in verzen
huldigde. Van de oudste, Maria Theresia, die op 17 Maart
1640 werd geboren en den 11 Februari 1706 als jongedochter
stierf, is ons een fraai geschikt en fijn gepenseeld Bloemstuk
bekend, dat in het museum van Mechelen prijkt met de
onderteekening : M. T. Van Thielen fecit 1664. Hare jon-
gere zusters, Anna Maria, geboren den in Januari 1642, en
Francisca Catharina, geboren den in October 1645, gingen
als religieuzen in het klooster van Muysen bij Mechelen; doch
wij hebben nog geen hunner gewrochten kunnen ontdekken.
Den 911 Maart 1660 deed hun vader zich als buiten-
poorter van Antwerpen aanschrijven, om met heel zijn gezin
naar Mechelen te trekken, waar hij den i4n October in de
schildersgilde als vrijmeester werd erkend. Korts nadien
overviel hem eene kwijnziekte, aan welke hij in 1667 bezweek.
Hij werd in de kerk van Boisschot, vier uren ten oosten van
Mechelen, begraven.
Het Madridsche museum bewaart eene prachtige Kroon
van Rozen waarop Vlinders azen, van Andries