DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1213
Frans Breydel
1201
boeken der stad Gent getuigen, dat er aldaar geen Karei
Breydel is gestorven. Integendeel vonden wij, dat reeds op
12 September 1733 « Carolus Brijdel, woonende in de
Jodestraet, » te Antwerpen, in den pand der Lieve-Vrouwen-
broeders werd begraven. Dat deze overledene onze schilder
is, wordt bevestigd in de nalatenschap van den toenmaligen
Antwerpschen apotheker le Felon, waar « Mr Breydel,
schilder, in houwelijk met Jouffrouwe Bullens, in de Jode-
straet, r> 65 gulden en 3 stuivers schuldig staat, op bladzijde
1 tot 5 van het boek nummer 17.
Zijn hooger vermelde broeder Frans Breydel, die op 8
September 1679 te Antwerpen werd geboren , begaf zich van
in zijnen jongelingstijd naar het buitenland, zoodat er in onze
stad weinige levensbijzonderheden van hem konden ontdekt
worden. Na verscheidene jaren aan het Hof van Hessen-Cassel
werkzaam te zijn geweest, kwam hij toch naar Antwerpen, en
in 1712 werd hij er vrijmeester der Schilders-Kamer. Noch-
tans verliet hij weer spoedig zijne verarmde geboortestad,
om zich te Londen te vestigen, waar hij in 1724 nog woonde
en vlijtig schilderde. Meest al zijne portretten en zeden-
tafereelen zijn verloren geraakt, of op naam van andere
kunstenaars gesteld. Slechts kent men nog van hem te Dres-
den, in het museum, twee paneeltjes met Bouwvallen :
waarbij verkleede Mannen en Vrouwen dansen,
geteekend : F. Breydel. In zijnen ouden dag kwam de kunste-
naar terug naar zijne geboortestad; want hij stierf te Ant-
werpen op 24 November 1750, en werd twee dagen nadien
met een klein kerklijk in Sint Andrieskerk» begraven.
Een zedenschilder, die in ons land vergeten, maar in
Duitschland herdacht wordt, is Jan Baptist Lambrechts,
76
1201
boeken der stad Gent getuigen, dat er aldaar geen Karei
Breydel is gestorven. Integendeel vonden wij, dat reeds op
12 September 1733 « Carolus Brijdel, woonende in de
Jodestraet, » te Antwerpen, in den pand der Lieve-Vrouwen-
broeders werd begraven. Dat deze overledene onze schilder
is, wordt bevestigd in de nalatenschap van den toenmaligen
Antwerpschen apotheker le Felon, waar « Mr Breydel,
schilder, in houwelijk met Jouffrouwe Bullens, in de Jode-
straet, r> 65 gulden en 3 stuivers schuldig staat, op bladzijde
1 tot 5 van het boek nummer 17.
Zijn hooger vermelde broeder Frans Breydel, die op 8
September 1679 te Antwerpen werd geboren , begaf zich van
in zijnen jongelingstijd naar het buitenland, zoodat er in onze
stad weinige levensbijzonderheden van hem konden ontdekt
worden. Na verscheidene jaren aan het Hof van Hessen-Cassel
werkzaam te zijn geweest, kwam hij toch naar Antwerpen, en
in 1712 werd hij er vrijmeester der Schilders-Kamer. Noch-
tans verliet hij weer spoedig zijne verarmde geboortestad,
om zich te Londen te vestigen, waar hij in 1724 nog woonde
en vlijtig schilderde. Meest al zijne portretten en zeden-
tafereelen zijn verloren geraakt, of op naam van andere
kunstenaars gesteld. Slechts kent men nog van hem te Dres-
den, in het museum, twee paneeltjes met Bouwvallen :
waarbij verkleede Mannen en Vrouwen dansen,
geteekend : F. Breydel. In zijnen ouden dag kwam de kunste-
naar terug naar zijne geboortestad; want hij stierf te Ant-
werpen op 24 November 1750, en werd twee dagen nadien
met een klein kerklijk in Sint Andrieskerk» begraven.
Een zedenschilder, die in ons land vergeten, maar in
Duitschland herdacht wordt, is Jan Baptist Lambrechts,
76