86
Vermaarde Meesters on\er Gilde
leerde het schilderen bij zijnen vader, Peter van der Weyden,
van wien er insgelijks nog gewrochten voorhanden zijn.
Gozewijn van der Weyden kwam bij den aanvang van i5o3
te Antwerpen, waar hij zich als schilder een bestaan zocht
en reeds op 1 Maart 1504 een huis kocht in de Huiden-
vettersstraat, niet verre van de woning van Meester Quinten
Matsijs.
De verdiensten van Gozewijn van der Weyden moeten
destijds zeer hoog geschat geweest zijn ; want in zijn werk-
huis traden als leerlingen, in i5o3: Peter Bovelant, in 1504:
Simon de Portugaloys, in 1507 : Hendrik van Muers en Aart
van de Veken, in i5i2: Cornelis van Bergen en Frans
Dreyselere. in 1513 : Angus Inghelsone en in 1517 : Hendrik
Symons.
Den 8n Juli 1513 verkocht Meester Gozewijn zijn huis in
de Huidenvettersstraat, zonder er een ander in de plaats aan
te koopen. Echter verliet hij onze stad niet ; want in het
volgende jaar werd hij tot Deken der Antwerpsche Sint
Lucasgilde gekozen. Van der Weyden, die weduwenaar was,
betrok alsdan de refuge van Tongèrloo, welke toen op de
Sint Jacobsmarkt gelegen was. Daar bleef hij zijn kunstvak
voortdurend uitoefenen ; want in i53o werd hij andermaal
tot Deken der Antwerpsche kunstenaars herkozen ; en, op
aanmanen van zijnen vriend en bewonderaar den abt Aart
Streyters, maalde hij nog op zeventigjarigen ouderdom een
tafereel voor den hoofdaltaar der Abdij van Tongèrloo, waar
de schilder ook korts na 1538 overleed.
Dit tafereel, dat de Dood en Hemelvaart van
Maria voorstelt, bleef in de abdij berusten tot den inval der
Franschen tijdens de Republiek.
Vermaarde Meesters on\er Gilde
leerde het schilderen bij zijnen vader, Peter van der Weyden,
van wien er insgelijks nog gewrochten voorhanden zijn.
Gozewijn van der Weyden kwam bij den aanvang van i5o3
te Antwerpen, waar hij zich als schilder een bestaan zocht
en reeds op 1 Maart 1504 een huis kocht in de Huiden-
vettersstraat, niet verre van de woning van Meester Quinten
Matsijs.
De verdiensten van Gozewijn van der Weyden moeten
destijds zeer hoog geschat geweest zijn ; want in zijn werk-
huis traden als leerlingen, in i5o3: Peter Bovelant, in 1504:
Simon de Portugaloys, in 1507 : Hendrik van Muers en Aart
van de Veken, in i5i2: Cornelis van Bergen en Frans
Dreyselere. in 1513 : Angus Inghelsone en in 1517 : Hendrik
Symons.
Den 8n Juli 1513 verkocht Meester Gozewijn zijn huis in
de Huidenvettersstraat, zonder er een ander in de plaats aan
te koopen. Echter verliet hij onze stad niet ; want in het
volgende jaar werd hij tot Deken der Antwerpsche Sint
Lucasgilde gekozen. Van der Weyden, die weduwenaar was,
betrok alsdan de refuge van Tongèrloo, welke toen op de
Sint Jacobsmarkt gelegen was. Daar bleef hij zijn kunstvak
voortdurend uitoefenen ; want in i53o werd hij andermaal
tot Deken der Antwerpsche kunstenaars herkozen ; en, op
aanmanen van zijnen vriend en bewonderaar den abt Aart
Streyters, maalde hij nog op zeventigjarigen ouderdom een
tafereel voor den hoofdaltaar der Abdij van Tongèrloo, waar
de schilder ook korts na 1538 overleed.
Dit tafereel, dat de Dood en Hemelvaart van
Maria voorstelt, bleef in de abdij berusten tot den inval der
Franschen tijdens de Republiek.