Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0157

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Cornelis Matsijs

145

schuld moest komen vereffenen, liet hij zich daar vruchteloos
verbeiden. 1 Nu hij zich in zijnen ouden dag weder in netelige
omstandigheden bevond, zou hij den last van het leven niet
lang meer dragen. Het volgende jaar schilderde hij nog een
tafereel : Elias bij Eliseus aan den Ploeg, dat hij
onderteekende : Joannes Massiis pingebat i5j2; doch op
14 October 1575 schreef Anna van Tuylt aan de Antwerpsche
regeering een vertoog, waaruit blijkt, dat zij reads van vóór
den 8n dier maand weduwe was geworden. 2

Toen ook zij in Juni 1581 overleden was, vonden hare
kinderen in haar sterfhuis, tusschen tal van andere schilderijen
van Jan Matsijs, « zeker groot ende excellent tafereel, wesende
eene poëterye, de Historie van Phaëton, gemaeckt bij
de eygen handt heurs vaders. » Alvorens dit kunstwerk met de
andere te verkoopen « bij oproepinghe alle man al even naer, »
boden zij het der stedelijke regeering van Antwerpen uit der
hand te koop aan, daar zij « wel begeeren zouden, dat binnen
deser stadt eenich hens vaders werck, tot een memorie zoude
mogen blijven,-ende dat tselve wel zoude dienen, om geem-
ployeert te wordden tot ciraet van den nyeuwen gerestaureer-
den stadthuyse, gelijck tanderen tijde ende voer den saccage-
ment, 3 eenige stucken van hens vaders werck daerop gestaen
hebben. » 4

Van Meester Quintens anderen zoon, Cornelis Matsijs,
dien hij insgelijks tot kunstenaar opleidde, wordt er maar
zelden gewag gemaakt, omdat zijne gewrochten zoo goed als
gansch ongekend zijn gebleven.

1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 1511, sub Asseliers # Martini, vol, ï,
fol. 41, v°.

5 Requestboek der stad Antwerpen, 1515-16, fol. 25.

3 De Spaansche Furie.

4 Requestboek der stad Antwerpen, 1580-81, fol. 186 v°.

10
 
Annotationen