Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0348

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
336 Een fabriek en magazijn van schilderijen

lijk niet om zijnen naam op meesterwerken beroemd te maken;
maar had in zijn huis, de Zwarte Ruiter, een slach van
fabriek en magazijn van allerlei schilderijen opgericht. Er
bevonden zich daar zoo wat vijfhonderd twintig groote en
kleine tafereelen, waarvan er driehonderd vijf en tachtig zoo
onbeduidend waren, dat zij enkel in bundel en volgens hunne
maat werden opgegeven. Dan waren er nog negen slechts ge-
doodverfde en veertien alleen geplamuurde paneelen, benevens
honderd een en veertig lijsten, die nog op hunne tafereeltjes
stonden te wachten. Er hingen eenige puike modellen van oude
en vermaarde Meesters, naar welke er tal van kopijen werden
gemaakt. Zoo zagen wij er twee Mariabeelden naar Quin-
ten, een landschap naar van Conincxloo en een model en
kopij eens ouden Wisselaars van Marynis. 1 De vier Ele-
menten van Frans Floris werden er vijfmaal hervoortge-
bracht ; een Acteon van Marten de Vos tweemaal, en een
Hope, Liefdeen Ge loof van denzelfden Meester, eenmaal.
Verder bevonden er zich onder andere nog een en twintig «tro-
nieconterfeytsels, copijen, » waarvoor de daar zijnde portretten
van den Zotten van Cleve en Willem Key zeker tot model
hadden gediend. Dan volgde er eene gansche reeks tafereelen,
die meer oorspronkelijk schenen, als : een Nood-Gods, een
Kruisdrager, eene groote Bruiloft van Cana, eene
Diluvie, een Paradijs, eene Suzanne, Peys en Justi-
tia, Orpheus, Portretten, Landschappen en Bosch-
drollen. Dat ten minste deze gewrochten door Bernaard
de Rijckere ontworpen en uitgevoerd waren, durven wij nog
niet verzekeren. Immers hij werkte met zijne beide zonen, en

1 «Marinus de Seeu, schilder, van Romerswalen, » Karel van Mandèr, fol. SOi, v°.
 
Annotationen