Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0396

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
384

Tobias van Haecht

boomen weelderig en levendig voor te stellen. Thans weet
er niemand nog een enkel der gewrochten van dezen meester
aan te wijzen. Zelfs zijn hunne titels schier allen vergeten.
Daarom willen wij er hier eenige doen kennen. Of die wer-
ken heden nog bestaan, kunnen wij niet verzekeren. Echter
vonden wij ze nog gedurende de XVÏIe eeuw in de verzame-
lingen van Antwerpsche kunstliefhebbers, die ze, onder den
naam van Tobias van Haecht, aldus beschreven : « Een
schilderije, op paneel, olieverf, in gestoffeerde lijste, wesende
een Hermitage; een schilderije, op paneel, olieverf,
wesende een Lantschap met Rooverij ; een paneel,
in olieverf, wesende een Morgendstond. Stellig zijn wij
oneindig meer tafereelen aan het penseel van Tobias van
Haecht verschuldigd. Op 14 Januari 1620 verklaart hij zelf,
voorden kunsthandelaar Peter Coenrarts, achttien schilderijen
op doek en in olieverf te hebben gemaald. Deze gewrochten
waren « Jachten ende Plai san tien, » welke hem 3o gulden
het stuk betaald werden. 1 Ook zijn er van zijne tafereelen in
plaat gebracht. Egbert van Panderen graveerde er onder
andere, vier getiteld de Vier Tijden van den Dag of
Morgend, Middag, Avond en Nacht, landschappen
met boeren en boerinnen. Hendrik de Hondt gaf naar Tobias
van Haecht insgelijks vier platen uit, Zeegezichten, waar-
onder een bij grooten storm.

Al even onbekend als zijne gewrochten, is ook het leven
van Rubens' eersten leermeester. Onder zijn portret, door
Otto van Veen geschilderd en door Cornelis van Caukercken
gegraveerd, staat gesneden, dat hij te Antwerpen in 1566

1 Protocollen van den notaris Michiel van Couiuenberghe, 1620, fol. 3 v°.
 
Annotationen