Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0422

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
410

Rubens naar Italië

ring ; terwijl van Veen zijnen geest verrijkte met de meeste
kennissen, welke den toenmaligen schilder onontbeerlijk
schenen.

Tegen het algemeen gebruik aandruischende, besloot
Rubens echter alsdan nog niet naar Italië te trekken. Was hij
wijs genoeg om te beseffen, dat hij gevaar liep te verdolen en
te verbasteren, indien hij zich te vroegtijdig en zonder een
onwankelbaar zelfstandig kunstkarakter over de Alpen waagde?
Bij eenen zoo buitengewoon vernuftigen geest mag men wxel
eene zoo wijze redeneering veronderstellen. In alle geval bleef
hij in zijne geboortestad, waar hij zich aan het werk stelde.
Gedurende de twee jaren, dat hij er nog arbeidde, moet hij
met zijnen jeugdigen iever, zijne vlugheid van opvatten en
zijn verbazend gemak van uitvoeren, talrijke werken hebben
voortgebracht. Al die gewrochten moeten toen reeds prachtig
zijn geweest en zijnen eigenaardigen stempel hebben gedragen,
vermits men ze thans niet meer wreet te onderscheiden uit de
tafereelen, door hem op rijperen leeftijd vervaardigd.

Met het schoone wger der Lente van het jaar 1600 besloot
Rubens toch ook tot het ondernemen der gevaarvolle kunst-
reis in Italië. Den 8n Mei 1600 leverde het Magistraat van
Antwerpen hem een vrijgeleide, met de getuigenis dat er god-
dank binnen onze wallen geene pest heerschte en men Peter
Rubens, zoon van den gewezen Schepene Jan Rubens, alom
gerust ontvangen mocht. Des anderen morgends omhelsde
hij zijne grijze moeder, die met beklemd hart en vochtige
oogen haren flinken en talentvollen jongen in fleren draf zag
henenrijden.
 
Annotationen